Ponycatchers



Op deze normale zaterdag wil ik graag op bezoek bij mijn moeder buiten de polder. Ik hoor dat mijn dochter ook die kant op gaat, dus vraag ik een gezellige lift. Zij heeft één voorwaarde: Als ik help met het installeren van een nieuwe autoradio.
We keken ter voorbereiding een paar tutorials op YouTube en het zag er niet al te ingewikkeld uit. Mijn man schudde meewarig zijn hoofd, toen hij hoorde over onze plannen. Frederique en ik togen naar de auto. Enfin, het lukte ons al niet eens om te oude radio eruit te krijgen. De gouden tip kwam ook van mijn man: ‘Als ik jullie was, zou ik even langs de JWS-garage op het Schepenveld gaan, die zijn op zaterdag open en willen vast wel helpen…’ We gingen meteen.
Ik was met blote voeten in mijn -lekker warme maar iets te grote- pantoffels, het was per slot mijn vrije zaterdagochtend, en we reden langs de rotonde de Sportlaan op. Frederique had elf uur afgesproken, dus we hadden nog een dik uur voor vertrek. We oefenden alvast een keer droog hoe we bij de garage ons zo dringende verzoek zouden inkleden en hoopten op een goedgeluimde chef-werkplaats. Voor ons reed een zwarte auto met een witte trailer, en we zagen opeens, het leek uit het niets, een paardje op de weg vallen.
Zo op zijn rug.
POF!
Een heel paard!
Bruin met dik buikje, lichte manen en pluizige lange staart. Eigenlijk een pony dus. Hij probeerde op te krabbelen, de wagen met aanhanger reed door. ‘Fred! Stoppen!’ riep ik en zwaaide het portier al open. Mijn sloffen liet ik in de auto en stapte met blote voeten op het nattige met herfstbladeren bezaaide asfalt. Het paardje stond intussen op de benen en keek wat verdwaasd om zich heen. Hij hinnikte een paar maal aandoenlijk. Ik greep naar het hoofdstel en tegelijkertijd was er nog een tegenligger-automobilist gestopt om te helpen. Hem herkende ik als aanstaande vader en hij mij als zijn verloskundige. -al was ik incognito, op blote voeten en mijn winterjas over een pyjama- We zeiden ‘hee hoi’ tegen elkaar als in ‘Jij ook hier?’ en grepen het leidsel beter vast. ‘Ik sta midden op de weg, verzet jij anders mijn auto…’ Ik wees verontschuldigend op mijn blote voeten en zei: ‘Laat mij maar hier wachten en zet jij je auto aan de kant.’ Een dame had haar fiets neergegooid om te assisteren. Gedurende de luttele seconden die onze actie besloeg, zagen we het trailertje steeds verder uit het zicht verdwijnen.
‘Blijf jij bij het paardje, dan gaan wij achter de trailer aan!’         
Ik terug in de auto.
‘Follow that car!’
Ik scandeerde van links!-rechts!-links! Als pace-notes door een heuse navigator bij autorally’s. Fred reed als een professionele coureur. Zij was de trailer uit het oog verloren maar ik had hem nog in de smiezen. ‘Links, rechts, daar, daar, rotonde!’ Langs de Coöpsupermarkt, de Kringloop af. Aan het eind van de Boomkleverlaan parkeerde hij. Wij naderden gezwind, we grapten over speurders-duo Sloffie-en-co en vonden het super dat we de voortvluchtige getraceerd hadden.
Hij deed een trailer-zijdeurtje open.
Zijn gezichtsuitdrukking was onbeschrijfelijk hilarisch. We parkeerden achter hem en ik vloog weer uit de auto,
‘Hè meneer, bent u een paard kwijt? Ja, een kleintje hoor.’ en ik wees globaal paardjes schofthoogte aan.
‘Euhm. Ja.’ mompelde hij verbouwereerd.
‘Nou, hij is ter hoogte van de Naarderweg uit de wagen gekukeld. Een vrouw wacht daar op ons, als u achter ons aanrijdt dan wijzen we waar het is.’
Mevrouw en de aanstaande vader stonden gezamenlijk te wachten met het dier, en zo konden we het koppel herenigen.

Door naar de JWS-vakgarage. Daar werden we vlot en vriendelijk geholpen. Nog vol van de adrenaline vertelden wij ons verhaal. Nee, geen baby gevangen, vandaag was het dus een pony. 

@poldervroedvrou

Wet van Murphy


Soms wil je iets, wens je iets, hoop je op iets en dan gaat het hoe dan ook geheel anders dan gedacht. Als verloskundige probeer je een strakke vaste planning los te laten. Je kunt het gehele spreekuur van minuut tot minuut uitstippelen, maar als je eerste zwangere iets te laat verschijnt en iemand opeens op andere dag dan afgesproken in de wachtkamer zit, en een volgende blijkt ruim te vroeg aanwezig, dan heb je opeens een volle wachtkamer. Je wilt toch elke zwangere haar persoonlijke aandacht geven zonder haast; een aankomende bevalling bespreken, alle bloeduitslagen uitleggen, of de termijnecho secuur maken.
Als het heftig regent, hoor ik het op het platte dak tekeer gaan en denk ik aan de dag dat ik een Poolse tweeling ontdekte tijdens een eerste echo; verbijstering, ongeloof, onvoorwaardelijke acceptatie, blijdschap. We feliciteerden mekaar lachend, ieder in zijn eigen taal en we begrepen elkaar desondanks feilloos. Later, die zelfde ochtend, de regen roffelde intussen met buien op de dakpannen, kwam Erica, ongerust want ze verloor iets bloed. We waren stil tijdens het echo-onderzoek, en wat gevreesd was, werd bevestigd. Verbijstering, ongeloof, eindigend in hartverscheurend gehuil waarin acceptatie ver te zoeken was. Ik liet Erica in ons kantoortje wachten tot haar man arriveerde. Mijn spreekuur ging door, de regenbuien ook. ‘When it rains, it pours’ is de uitdrukking, want als laatste die dag kwam de 18jarige Tanya, zwanger worden, was niet haar bedoeling geweest, maar nu het haar toch overkomen was, wilde ze het weg laten halen. Ik bemoedigde haar in haar keuze, zonder te oordelen. Nadat ik haar had uitgelaten, matchte mijn gevoel met de mistroostigheid van de waterplassen op het pleintje voor onze deur.
Verbijstering, ongeloof, zucht… Acceptatie.

We hebben binnen onze verloskundige praktijk een aantal gevleugelde uitspraken, of wetten. Een gevleugelde uitdrukking of gevleugeld begrip is een term of zegswijze die in het algemeen spraakgebruik ingang gevonden heeft en ontleend is aan een min of meer bekende vondst van de bedenker ervan, die daarbij zelf vaak niet meer genoemd wordt zijn woorden zijn hem of haar ‘ontvlogen’. De woorden zijn een eigen leven gaan leiden.
De originele wet van Murphy, toegeschreven aan Edward A. Murphy, luidt ‘If there’s any way they can do it wrong, they will’; als er een manier is waarop ze het verkeerd kunnen doen, zullen ze dat ook doen. Verkorte versie; ‘Anything that can go wrong, will go wrong’; alles wat fout kan gaan, zal fout gaan.
We gaven er onze eigen gevleugelde draai aan; Net als je denkt, ‘ Ach, dat zal vast niet..’ gebeurt het toch met Murphy als onze grootste vriend. Zoals een zwangere die en een afspraak krijgt om haar bevalling in het ziekenhuis te laten inleiden, net enkele uren voor dat geplande tijdstip zijn er sterke weeën en alsnog bevalt ze op eigen kracht. Of andersom; een barende waar alle lichten op groen lijken te staan, maar opeens; ook het vruchtwater kleurt groen. Meconium. Waardoor we alsnog richting verlosafdeling vertrekken.
Ontbijt, lunch, diner, stel ze niet uit, je weet nooit wanneer je weer de kans krijgt om te eten. Daar is Murphy een kei in.
Vliezen die breken exact op het moment dat de warme maaltijd thuis opgediend wordt. Je vraagt de barende: ‘Kan ik nog even afeten?’ Zij denkt van wel, snel werk je het prakje naar binnen, zonder al te veel smaak, want adrenaline neemt de overhand. Tijdens het inparkeren, volgt er een paniekerig tweede telefoontje, nu van de aanstaande vader. Dat hij haartjes ziet! Als je binnenrent, de trap opvliegt richting aanzwellend rumoer, kan je niet anders meer dan hijgend de baby met je blote handen aanpakken.
Verbijstering, ongeloof, acceptatie, onvoorwaardelijk.
Nooit een saai moment in het leven van een verloskundige…

@poldervroedvrou

Trouwschoenen


Ze schrijdt statig de spreekkamer binnen.
‘Ja, let maar niet op mijn schoenen hoor, ik moet ze een beetje inlopen.’
Natuurlijk kijk ik er meteen naar.
Stijlvolle, ivoorkleurige muiltjes met een elegante hak en glimmende gespjes. Het geheel vormt een aparte combinatie met haar korte zomerjeans met modieus-hippe rafelranden en het gebloemde oversized T-shirt wat een tikje slobberig om haar heen hangt. Contrasterende combi, maar daarom grappig.
‘Mooie trouwschoenen Julia, echt prachtig!’ geef ik haar een welgemeend compliment en probeer me meteen voor te stellen hoe het zal voelen aan het eind van de Grote Dag.
Omdat er een echo gemaakt gaat worden, vraag ik haar om op de onderzoeksbank te komen liggen.
Ze maakt aanstalten om de gespjes los te doen, maar ik zeg snel: ‘Hou maar gewoon aan hoor.’ terwijl ik uitnodigend op de bank klop. Aan het voeteneinde ligt, speciaal hiervoor, een matje. ‘En als iedereen met zijn hoofd aan deze kant.’ wijs ik nadrukkelijk, ‘en zijn voeten aan de andere kant gaat liggen, kan er niks gebeuren.’ Het is mijn standaard grap en bespaart ons heel wat gehijg en gesteun. Zeker van de hoogstzwangeren, waarvoor simpel bukken intussen een behoorlijke inspanning is.

Een paar jaar geleden hadden we een een bruid in de praktijk. Ze wilde graag weten of ‘het goed zat’ zodat ze na de ceremonie het grote nieuws zou kunnen brengen ter verhoging van de algehele feestvreugde. Ik had haar beloofd dat ik natuurlijk wel een echo wilde maken op die bijzondere dag, mits ze in trouwkledij naar de praktijk kwam. Zo kwam het dat halverwege de ochtend en een glimmend gepoetste trouwlimousine voor de deur stopte en de bruid, bruidegom, inclusief een fotograaf een originele toevoeging aan hun trouwreportage kregen. De hoepels van de lange jurk gingen omhoog en de echo was ontroerend mooi. Een kleine baby spartelde rond onder de echotransducer, geheel in onwetendheid over wat het leven zou gaan brengen.
‘Een hele mooie trouwdag!’ wenste ik het stel toe bij uitzwaaien en een goed begin van het gelukkige gezinnetje.

Ik vraag of Julia een traditionele trouwjurk in de planning heeft. Maar omwille van de aanwezigheid van de bruidegom wil ze er niet te veel over uitweiden.
‘Laat ik dit verklappen, een tuinbroek past in ieder geval prima bij mijn ivoorkleurige schoenen.’ zegt ze terwijl ze schalks naar me knipoogt.
We berekenen hoever ze zal zijn rond haar trouwdatum, en of ze haar outfit dan nog zal passen. Ze vertrouwt me toe dat er voldoende ruimte in het model zit.
‘Een groeimodel dus.’ grap ik gevat.

Begin van de zomer was er ook een zwangere bruid. De trouwkaart staat bij ons thuis op de kast. Het is namelijk de beste vriendin van mijn dochter. Ze woont niet in het dorp, maar ach, mijn dochter appte mij met de bij ons en op onze verloskundigezeewolde-facebookpagina welbekende hashtag; #jemoederisverloskundige en ‘Mam, mag het?  Ze wil alleen even kijken of het echt zo is!’ en ik ben zeker de moeilijkste niet voor het brengen van prilgeluknieuws. ‘Laat maar komen, en graag met een beetje volle blaas.’

Haar toekomstige man zat eerste rang voor het beeldscherm en reageerde zo memorabel, om kippenvel van de krijgen. Hij verzuchtte verliefd: ‘Ik heb nog nooit zo‘n leuke film gezien.’

 
 
@poldervroedvrou

 

Smoerf

Hier weer eens een verslaggeving van een nachtelijk avontuur met een collega in de hoofdrol:

De verloskundige was al aardig weggezakt in haar eerste REM-slaap, toen er ene meneer Smoerf belde: ‘Ja, mein frouw iest szwanker en noe zij wordt wakker en komt er water en ook blut. En zij ies onkeveer vijfendertig weken szwanker, wat moet wij nu doen?’
Het verhaal klonk heel aannemelijk voor spontaan gebroken vliezen, en dan ook nog vijf weken te vroeg. Oeioeioei, prematuur. Mijn collega had zijn smoerfennaam niet goed verstaan, vroeg naar het adres, om te vervolgen met: ‘Ik kom er meteen aan!’ Want de radertjes in haar brein draaiden al op volle toeren. Als verloskundige besefte ze direct dat er, zo prematuur, ingestuurd moest gaan worden naar het ziekenhuis en dat zij het stel moest aankondigen op de verlosafdeling met alle gegevens betreffende de zwangerschap tot nu toe. Via hun adres kon ze makkelijker in ons computerprogramma zoeken en op die manier meteen weten welke Smoerf het precies betrof. Een adres is vaak makkelijker te zeggen en te onthouden dan een Poolse achternaam met al zijn onuitsprekelijke vervoegingen en combinaties van bijvoorbeeld SZCyZ, WSKi of ZKZC
Bleek het te gaan om een tweelingzwangerschap van drieëndertig weken en vier dagen!
Vandaar dat er niet meteen een lampje was gaan branden bij het horen van de naam Smoerf.

Hun avontuur was net voor Sinterklaas begonnen, intussen alweer ruim een half jaar geleden. Toen, na de vreugdevolle ontdekking van een tweelingzwangerschap bij de eerste echo op ons spreekuur, was proszę pani (mevrouw) Smoerf overgedragen aan de gynaecoloog voor de verdere begeleiding. Maar uiteindelijk wordt er, als het dan toch echt spannend wordt, eerst naar ons gebeld. Je eigen vertrouwde dorpse verloskundige ofwel Połozna. Altijd fijn om zo een laagdrempelige schakel in de zorg te mogen zijn, al is het één uur ’s nachts.
Gemelli staat voor tweeling en de verloskundige bedacht dat het dan ook heus wel een echte PPROM zou zijn. [Preterm Premature Rupture of the Outer Membranes; voortijdig vroeg breken van de vliezen.]

Aldaar slechts twee nattige wc-papiertjes met een rozig bloedsmeertje erop bewaard. Collega’s instructie ‘opvangen in bakje graag’ was waarschijnlijk niet goed doorgesmoerfd bij het stel.  (Waarbij we heerlijk het werkwoord smurfen in alle variaties kunnen vervoegen om helder te krijgen waar het hier over gaat in het Pools.) Dus met meneer samen een bakje gesmurft, en toen proszę pani naar het toilet ging omdat ze voelde dat het weer lekte, zagen ook wij daar duidelijk het karakteristieke rozige heldere vruchtwater met witte vlokjes in het bakje.

Poging gedaan om de beide hartslagjes te horen, boinkboinkboink links en boinkboinkboink rechts, mooi, en vervolgens de klinisch verloskundige gebeld die ons uiterst vriendelijk te woord stond en expliciet haar waardering uitsprak over het feit dat deze dorpsverloskundige even polshoogte was gaan nemen om de gang naar het ziekenhuis soepeltjes te coördineren zodat zij daar alles in gereedheid konden brengen. (Eventuele weeënremming en longrijping voor beide baby’s… ) Ze krijgen jongen en meisje, de kindjes waren 1600gram en 1900gram geschat dus het verschil onderling was niet te groot.
Voorts nog een hilarische miscommunicatie met betrekking tot de vraag om groot kraamverband waarbij collega tussen haar vingers een flink langwerpig formaat uitbeeldde en hij in plaats van verband met een rolmaat aan kwam zetten, want hij dacht er centimeters gemeten moesten worden. Iets van klok en klepel. Zij ook lachen. Ze had alleen van die kantachtige onderbroekjes dus boxershort van hem geregeld en haar in de auto gezet.
Krap vierentwintig uur later werden de dochter en zoon geboren, ze moeten nog wel even in de couveuse maar maken het goed.

De fantastische SmoerfenSplatsch-uitsmijter van deze aflevering komt van mijn andere collega: ‘Ik was in het geboortehuis en er belde iemand met mogelijk gebroken vliezen, net voor de zevenendertigste week. Het was opeens van ‘splatsch’, had de zwangere verteld. Dus ik vroeg of ze naar mij toe konden komen. Het ging ook hier om een Pools stel. Ik stond ze buiten voor de deur op te wachten toen ze kwamen aanlopen, zij beetje ongemakkelijk wijdbeens, hij met een flink formaat weekendtas, een serieus professionele camerakoffer en een hippe knalroze Maxi-Cosi. Toen ze voor met stond, draaide zij haar kont pardoes naar me toe en bukte demonstratief.’
‘Kijk helemaal nat!’had deze proszę pani triomfantelijk geroepen. Inderdaad er was geen woord Pools bij, daar hoefde niemand een bakje voor te smurfen.

 

 @poldervroedvrou


 

Turkse Thuisbevalling


De dienstnacht is zonder telefonische onderbrekingen verlopen. Een warme douche om de dag te beginnen. Mijn dienstmobiel op een plankje buiten bereik van waterspatten, maar voor het grijpen. Zo sta ik onder de warme straal te bedenken wat ik allemaal ga doen deze uitgeslapen dag. Halverwege het afdrogen gaat de telefoon dan toch. Blij dat deze op het handige plankje ligt. Wie belt er om half zeven in de donkere ochtend op deze koude winterse dag. Meneer Yildaz.

Hij vertelt dat zijn vrouw ‘de weeën hebt’, ‘Daarom belt iek,’ voegt hij er voor de duidelijkheid aan toe. Via het stellen van enkele vragen probeer ik uit te vinden hoe het ervoor staat, ook om eventuele föhntijd of ontbijttijd  te kunnen inschatten.

Wat ik van zijn relaas begrijp, maakt dat ik kies voor snel drogen zonder model en vertrek zonder ontbijt. Intussen visualiseert mijn brein de route. Ik weet de straat, maar door een opbreking kan je er maar van één kan in, welke kant is gokken, wonen ze bij de laatste nummers of juist aan het begin… Denk, denk, Evelien Janssen woont in de grote twee-onder-een-kap op nummer drie herinner  ik me, haar kraambed is net afgesloten. De adressenlijst langs lopend, denk ik hardop: ‘Hmm, Yildaz, 53, aha, dat moet dan aan het eind zijn, ja, linksom danmaar.’

Als ik de straat indraai rinkelt mijn telefoon opnieuw. Yilmaz, hoever ik ben, Elif vraag naar me, zegt hij. ‘Want zij wil in geboortehuis bevallen, mefrouw.’  Ik roep: ‘Alleen nog parkeren!’ in de speaker, zet mijn auto pontificaal op de stoep en zie de voordeur op een kier staan. Binnen schop ik mijn schoenen uit en werp mijn sleutels erin. In de huiskamer tref ik oma. Met een traditionele hoofddoek strak onder de kin geknoopt, drentelt ze zenuwachtig heen en weer. Ze zegt: ‘Ziekenhuis!’ uitgesproken met een karakteristieke  Turkse tongval. Ze herhaalt het een aantal maal voor me, dat het maar duidelijk is: ‘Ssssziekenhuis, mefrouw.’ Ik knik vriendelijk als om haar gerust te stellen en snel naar boven, eerst maar eens kijken hoe het ervoor staat. Yilmaz is ook boven en wijst richting douche, daar schijnt Elif zich te bevinden, het water stroomt zo te horen nog. Elif haar wee is net voorbij en ze groet me vriendelijk, ze zit op een heel laag kruikje onder een warme straal, ‘Het drukt zo.’ zegt ze bescheiden en verontschuldigend volgt een:  ‘Ik weet het ook niet.’ De volgende wee komt op. ‘Euaaaaaaaagghh!’ En ik weet het direct. Persdrang!

‘Haal mijn oranje tas uit de auto Yil, mijn sleutels liggen in mijn schoenen onderaan de trap!’ Blij dat ik van de simpele vaste gewoontes heb. Yilmaz rent al, en oma komt handenwringend boven.  De natte Elif sla ik een handdoek om. Ze schuifelt naar haar bed en laat zich pardoes er bovenop vallen. Daar blijkt al een kind te liggen. Hassan wordt slaperig wakker, zijn ‘Heeee. Watt doe je?’ klinkt aandoenlijk met ook een licht Turkse tongval. Yilmaz heeft mijn verlostas, nu nog de kraamdoos. Oma probeert het nog eenmaal: ‘sssZzziekenhuis?’ maar ik verontschuldig me nu: ‘Eerst baby, kijk maar…’ en laat een bolletje  met donkere haartjes zien tussen de benen van Elif. Op aanwijzingen van een heldere Elif wordt de kraamdoos op zolder gevonden, zoontje mag beneden televisie gaan kijken en oma ontpopt zich als een uiterst bekwame kraamhulp. ‘Zij ook thuis geboren,Turkije,’ zegt ze terwijl de  trots op haar dochter wijst. Ik roep enthousiast dat de baby er bijna is. ‘Gaat goed Elif, nog een paar keer persen, echt waar. Kom  op, zet hem op!’

Elif zegt dat ze maar niet snapt waarom het nu zo snel gaat, vorige keer was het zo’n langdradig drama…  

Een nat koppie met zwarte lange haartjes verschijnt, de bolle wangentjes, de schoudertjes, het lijfje, ik laat Elif haar kindje aanpakken. ‘Splaaatsch!’ Vruchtwater spuit alle kanten op. Daar is de kleine watermeloen, de derde generatie stralend thuis geboren.

 

@poldervroedvrou

 

 

De babynamen van 2018


              
Op de laatste dagen van het jaar, wordt het weer tijd om de balans op te maken. Hoeveel baby’s zijn er in Zeewolde geboren en waren het jongens of meisjes? Welke naam werd het vaakst gegeven? We telden totaal 222 namen, waarvan 116 jongens en 106 meisjes.
Januari startte in het ziekenhuis met Timor, Zuzanne en Nicolas en toen, op donderdag vier januari met een heldere volle maan in zicht, kwam Elin om tien over drie thuis ter wereld. Zij was de eerste officiële thuisgeborene van 2018, en daarbij meteen ook een heuse tweedegeneratie-Zeewoldenaar.
We hadden soms weken waarbij er iedere dag een kindje werd geboren, het record werd negen binnen één week aan het eind van februari waarvan vier koters hun verjaardag op de twintigste mogen vieren. Sporadisch viel er ook een enkele week van complete geboorte-stilte. Het blijft als altijd hollen of stilstaan in ons vak, maar vlak na een geboorte een mooie naam te horen krijgen, die met trots en liefde wordt uitgesproken, blijft het allerleukste.
Korte klinkende namen; Daan, prinsesje Fien, Tijn, Pien, Bram, Saar, Lars, de rijke Gijs, Jaap -stoer, lekker kort-, Teun ‘Hij is er!’, Frank -broertje van Mats-, Wout, Noud ‘Hoera, nooit meer misselijk!’. Ultrakorte; Sem, ‘Little Prince’ Kaj, Bas en Cas. Niet te verwarren met Casper, ook weer niet te verwisselen met Jesper. Kort maar met toch een tweeklank erin; Eva, Emi, Roan, Ryan, Liam. Met meerdere lettergrepen; Michelle, Damian, Luciano, Carina, Julian. Zelfs een enkele dubbele naam; Leslie-Nduku, Roy Junior en de acht-en-een-half-ponder Ju-Long, dat hij maar een flinke rijzige jongen mag worden.
Bloemetjes; Jasmijn, Iris, Roos, Rosa, Rosalie. Een edelsteen, een kleur, sterren, het heelal, geheime tekens, Godenzonen; Robyn, Amber, Sterre, Rayan, Runa, Odin en houden van een kindje met een liefdevolle naam als Tiamo doet toch iedereen? We telden drie maal een Poolse tweeling; Anthony & Anesthasia, Milan & Lena, Gracy & Franciszek en het oer-Hollandse koppeltje Anna & Noor. Marianna werd uiteindelijk in Polen geboren, maar natuurlijk wel een supermooie naamJ. De betekenis van Destiny is bestemming en heeft niks met oma Tinie te maken. Syrische kindjes kregen namen als Bisan, Zahiba, Modar, Ahmad, Ilya en Saam. Onze meiden van het jongemoederhuis kozen; Sharif, Divaïsha, Giovannah, Fernando, Djayvano, Amira omdat de betekenis prinses en leidster is, Sahra en ook een Destiny en Jazzlinn.
Jesslynn, Faylinn, Aylinn, Ayleen, Ayaan, de variaties kwamen vanuit alle windstreken naar ons toe. De waardevolle gift van God; Djano. Djairow, Djevi, Jaivey namen die je niet snel op voorbedrukte naambekers zult vinden, Jayden, Jayson, Jake, Jace, ‘We love you to the moon!’ Mace. Mason; Hello World! lazen we op een geboortekaartje en de andere was zelfs in een verrassende flessenpost. Ajay, dat spreek je vast uit als Eejee, zeker in combinatie met Morgan als tweede naam. Simeon Alexander wordt kortweg Siem genoemd, Louis François Maria is eenvoudigweg een flinke boerenzoon. Onze hartendief is Julie, Milou werd twee maal als naam gegeven, de ene krap drie kilo, de ander een dikke acht ponder, ze werden beiden in juni geboren.
Het vaakst is de naam Sophie gegeven, maar liefst drie maal in Zeewolde het afgelopen jaar, landelijk staat deze naam op een derde plek. Thomas en Luuk delen hun eerste plaats qua jongensnaam, beiden drie keer in ons dorp.
‘Liever dan lief’ lazen we op het geboortekaartje van Liv en ‘Het mooiste wat je kunt worden is jezelf!’ bij Levy. Wat toch echt anders spelt dan Levi. Of wat te denken van Jax danwel Jaxx, op dezelfde dag geboren ook nog… Fin, Fins en Vince, Joëlle en Joël, Alexandra en Alexander. Met een blije ‘Wens Wonder Werkelijkheid!’ werd Aaron aangekondigd. Hailey kwam in een nest met vosjes terecht, Zinnedine in een huis vol jongens. Malya, Zoey, Lareya, Yuna, Kyana met de altijd hippe Y erin verwerkt. Marellva, Fajén, Velvet, Valente, Bobbie, Moana, Jenna, Senna of Nessa en Novée naast Noé of het nieuwe Nova of de eigenzinnige 2-xïge Lexxy; Allemaal vlotte verrassend-originele meisjesvoornamen die je niet vaak tegen zult komen in Zeewolde, tot op heden dan.
Simon, Jemuël, Jedidja, Micha, Hanna, Elijah, Ruben, Natan, Adam, Sarah, Joanne, Noah, onze kleinste kindje (680 gram) Naomi en de benjamin in deze opsomming; Benyamin Adam, hun namen lichtjes gestoeld op oorspronkelijk Bijbelse betekenissen.
‘Liefde werd leven!’ Batuan is een Balinese tempel en Furkan een beroemde Turkse basketballer, en volgens zijn grappige geboortebericht prikte Fedde zijn eigen ballon door. Een houten uitgezaagde fopspeen als origineel kaartidee bij Nolan, het betekent kampioen en het was vorig jaar in Frankrijk de populairste naam. Alan, Owen, little mister Jesse, Justin, je zal ze allemaal maar in de klas krijgen. Esmée, Emme, Femke, Loïse, Lisa, Claire, Félice en Feline met haar geboortebericht dat per roze flessenpost aankwam. Milan voor een jongen, Mila als meisjes naam, Vera, Lauren als eerste naam of als tweede, Olivia en Octavia. Danique of de q-loze uitvoering; Lieke. Kiezen we voor Luuk of Luca? Lekker eigenzinnige jongensnamen; Bradley, Morris Hero, Declan, Milas, en Milan. Martijn, Joey, Stefan, Thijs, Timo, Mika en Mike. De boerenzonen Hidde en Jarik.
Een jongenshuishouden op Horsterveld kende al Rijairo uit januari en het aan eind van dit jaar nummer vijf erbij; Rosavinio. Je zal ze maar allemaal tegelijk moeten roepen om aan tafel te komen: ‘Ro, Rij, Ro, Ri, Ro… Eten!’
De sterrenkindjes*, allen veel te vroeg geboren, noemen we hier ook. Ieder met hun eigen naam; Noa, Daniël, Sophia en Noah, ze worden voor altijd meegedragen in onze harten. Aan de Elementen is steeds wel weer iemand zwanger. Ook Demi werd daar geboren, en Lev en Lindy, altijd iemand om mee te spelen in Polderwijk! Vaak kiezen ouders de naam vanwege een mooie klank, het is niet verwonderlijk dat er zo nadrukkelijk op de klank wordt gelet, de naam moet goed klinken. Hoe melodieus kun je een naam maken: ‘Onze prachtige dochter!’ Elodie Lynna. Leilah, Lina, Lena, Elena, Amelia, Emma Cornelia, Juliëtte en Celeste Rosalyanne. Tweede Kerstdag om vier minuten na middernacht werd Jente Maria thuis in bad geboren, vernoemd naar haar tante en ook in verband met de speciale datum, het werd één groot warm feest.
Dit jaar sloot af met baby Luuk die in het ziekenhuis keizerlijk ter wereld kwam, dat bracht het getal voor die robuuste jongensnaam op drie en het totaal op 222.

@poldervroedvrou & Wilke & Kirsten