Wereldlichtjesdag

Dit stukje bos bewandel ik wel vaker, voor ik er erg in heb tuimelen mijn gedachten om en om naar speciale herinneringen. Het is een brede brandgang met opgeschoten gras en stekelige brandnetels, dichte struiken aan beide kanten in herfstige tinten, ronddwarrelend blad in alle schakeringen van bruin, oranje en rood. Met headphones op luisterde ik hier enige tijd geleden mee tijdens de afscheidsdienst van een vriend. Tijdens coronatijden liep ik er ter nagedachtenis aan mijn oudoom waar praktisch gezien slechts door een klein gezelschap afscheid van genomen mocht worden. Het bos ruikt naar herfst, ik hou van de relaxte sfeer die er hangt, zeker om alleen te zijn met mijn mijmeringen. In stilte huilen werkt soms bevrijdend, niemand die het ziet, behalve misschien mijn twee hondjes. Dan struikel ik. ‘Sodemieter!’ een krachtterm ontsnapt me. De hondjes snuffelen bezorgd aan hun baasje. ‘Het gaat wel hoor jongens, gelukkig niet in de brandnetels.’ Vanwege het gevallen blad, zie je de hobbeligheid en verstopte kuilen bijna niet. Of ik liep slecht op te letten. Met één natte, bemodderde knie vervolg ik het pad. Herfst is een fijn jaargetijde. Wintertijd, voor je het weet is het Sinterklaas, gevolgd door Kerst en het nieuwe jaar. Wereldlichtjesdag. Mijn gedachten-tuimelaar houdt abrupt halt. De tweede zondag in december (12-12 2021) is dit jaar de dag van het overleden kind. Wereldwijd komen mensen bij elkaar om overleden kinderen te herdenken. Zij steken om zeven uur in de avond een kaarsje aan. Door de verschillende tijdzones op onze planeet ontstaat hierdoor een golf van licht, zodat de aardbol een beetje lichter wordt voor de mensen die hun kleintje hebben verloren en daarbij mogen beseffen dat ze niet alleen zijn met hun verdriet. Dit boslaantje leent zich reuze voor mijn overdenkingen, mits ik op blijf letten voor valkuilen en plassen. Ieder jaar heeft ons dorp wel een aantal geboorten van kindjes die niet zullen opgroeien tot volwassen individuen. Zoontjes en dochtertjes die enorm worden gemist en voor eeuwig in harten bewaard. Ik denk aan de bescheiden plekjes op de begraafplaats, de kleurige ballonnen die werden opgelaten, ik denk aan de keer dat ik naar een crematie ging. Hoe dapper de jonge mensen die dit overkomt zonder uitzondering zijn. Ga er maar aanstaan, net bevallen en dan alles, wat je never-nooit bedacht had, organiseren. Allerlei aangelegenheden en momenten passeren de revue. Ik denk aan de bijzondere geboortekaartjes die gemaakt werden soms om de start van het leven tegelijk met het verdriet van verliezen aan te kondigen. De namen die gegeven werden om geliefde kindjes voor altijd bij hun eigen naam te kunnen noemen. Gedichtjes die erbij afgedrukt staan, tekeningen die worden gekozen, een lief lettertype, inventief kleurgebruik, natuurtinten of zachtroze, babyblauw, zilver, goud. Bewonderenswaardig hoe je van een dergelijke bedroevende gebeurtenis toch nog zoiets schitterend-moois kan maken. Een enkele dag per jaar om te herdenken is natuurlijk nooit genoeg, zelfs een dagelijkse bos-brandgang zal nimmer voldoende zijn voor de jonge ouders. Onwerkelijk voor een ieder het niet heeft meegemaakt. Nu zit er een versje in mijn hoofd, hoe ging het ook alweer precies? Hardop declameer ik het daarom. In mijn peutertijd ooit geleerd, maar eveneens op een indrukwekkende geboorte-overlijdensannonce gelezen. Hoger dan de blauwe luchten en de sterretjes van goud woont de vader in de Hemel die van alle kinderen houdt. Vervolgens probeer ik het te zingen, de melodie is mij bekend, maar kan geen toon houden. Ook omdat een brok in mijn keel het me moeilijk maakt. In het ruisende bos beeld ik me in dat een ijle meisjesstem het liedje zingt. Opgelucht dat alleen de hondjes zullen opmerken hoe ik naarstig in mijn zakken zoek. ‘Nee, jongens,’ snotter ik, ‘geen hondensnoepjes dit keer, ‘t is alleen m’n zakdoek. Maar jongensjongens, wat een verdriet…’ @poldervroedvrou

De Kunst van het Nietsdoen

Jaren geleden liet mijn vader me een krantenberichtje lezen. ‘Echt wat voor jou!’ Het verhaalde over een thuisbevalling versus ziekenhuis, inderdaad, zeer treffend omschreven. Sinds jaar en dag gebruik ik de Vuurtorenmetafoor om mijn metier uit te leggen. Hoe ging het ook alweer precies. Via Google speur ik naar het artikel. Klikklikklik. (Dat gaat makkelijk tegenwoordig.) Juni 1996, Goh, alweer zo lang geleden; auteur Monic Slingeland; krant ‘Trouw’. Omdat het nog altijd rijmt met mijn verloskundige-zijn, quoteer ik haar schaamteloos: ‘Ik zie de kunst van het nietsdoen verdwijnen, dat delicate mengsel van afwachten en opletten dat vroedvrouwen als geen ander beheersen. Een vroedvrouw doet niets, ze is er. Een vuurtoren voor de vrouw die verloren dreigt te raken in de weeënstorm.’ Intussen werk ik al 30 jaar en kan jullie vertellen dat het onzichtbaar ‘niets doen’ best een lastige klus blijkt voor verloskundigen. Zij willen regelen, gerust stellen, regie houden, bemoedigen, zaken bewerkstelligen, organiseren. Iemand heeft pijn en dan wordt een kind geboren. Begeleiden met je handen op de rug, of met een breiwerkje tussen de vingers, het komt er tegenwoordig weinig meer van. Een bevalling in goede banen leiden is geen sinecure. Het verlangen van een zwangere voor zo minmogelijk bemoeienis tijdens de bevalling, uitgaan van je eigen kracht, is iets wat ook alle verloskundigen wensen. Hoe minder ingrijpen, hoe natuurlijker het globaal is gegaan. Geen weeën-opwekkers, geen pijnstillers, ruggenprik, lachgas of Morfinepompje, geen inknippingen, een gezonde baby, geen hechtingen, een moederkoek zonder problemen geboren, weinig bloedverlies, borstvoeding prompt opgang, het ‘gouden uurtje’ voor bonding van moeder en kind, geen hectiek voor kraamvrouw en verse vader. Deze zomer begeleid ik Lilian en Maarten. Zij wil een badbevalling, thuis en als het even kan, met zo min mogelijk interventies. Ze organiseerde een bad, zette het klaar in de huiskamer en toen het zover was, kwamen oma en opa om op oudste dochter te passen. Lilian plonsde het warme water in, Maarten op zijn knieën vlakbij. Vuurtoren Marianne ging spreekwoordelijk op haar handen zitten en aanschouwde vol bewondering het gebeuren. Jullie Poldervroedvrouw moest denken aan die column van mevrouw Slingeland toen Lilian waarmaakte waar vroedvrouwen goed in zijn. Ze bedacht tegelijkertijd de titel voor het aankomende stukje: De Kunst van het Nietsdoen. Het lijkt zo eenvoudig, weinig uitvoeren, maar het is een ware kunst. De raderen draaien constant op volle toeren: wat zou er allemaal verkeerd kunnen gaan, vergeet ik niks, mis ik geen details, is bemoedigend toeknikken werkelijk voldoende. Onze vastberaden Lilian doet het super. ‘Ik wil het, en ik kan het!’ Geweldig om er als toeschouwer bij aanwezig te mogen zijn. Vroeger werd het ‘kinderen op de wereld zetten’ genoemd. Nu begeleid ik een jong stel in de transitie naar het ouderschap. Maarten, die het eigenlijk helemaal niet op bloederigheid heeft, helpt zijn vrouw manmoedig. Hij tast onderwater en heeft het bolletje vast. De geboorte lijkt een ogenblik te stagneren. Lilian kijkt mij aan. ‘Oeeoeoeh, doe iets..’ fluistert ze bescheiden. Ik veer overeind van mijn plek en omvat het hoofdje om de schoudertjes soepel onder het schaambeen door te leiden. Vervolgens laat ik mezelf weer fluks in de kussens van de bank terugzakken. Rosie zweeft het water in. De kraamverzorgster geeft me een handdoek en later een praktisch emmertje voor het opvangen van de nageboorte. Het badwater blijft, behoudens enkele klodders babyhuidsmeer, nagenoeg helder. De navelstreng willen ze pas later doorknippen als oma, opa en grote zus uit de speeltuin terug zijn. Ik maak een foto van het tafereel met het drijvende emmertje, waar ik later weer een tekeningetje van kan maken. #onepictotelitall Moderne verloskunde heeft een nieuwe hippe naam, lees ik in ons vaktijdschrift. ‘Watchful Attendance’ Hoe je onze aanwezigheid ook noemt, een kunststuk blijft het! @poldervroedvrou

Raketje

Wat twijfel waar ze wil gaan baren. In het geboortehuis of in haar eigen woning. Vorige keer was het best snel gegaan. ‘Ik laat het wel van het moment afhangen…’ was wat ze zei op het spreekuur. Zo parkeer ik op een warme zomeravond voor de deur van Mariska en Fred. Bij ons in de straat was de IJscoman al langs geklingeld, het typerende geluid van zijn aanhoudende ‘plingplingplongplingplingplong’, maakte het ultieme zomergevoel in mij los. Van het ene op het andere been huppend, tref ik Mariska in de huiskamer. Het doet mij denken aan een Ierse folkloredans, ze glimlacht erbij en verontschuldigt zich: ‘Zo staand bewegen tijdens de wee gaat me het gemakkelijkst af.’ ‘De vliezen zijn volgens mij net gebroken!’ en inderdaad zie ik nattigheid op de plavuizen. Het ziet er al heftig uit en ik besluit meteen kraamzorg te bestellen. Over ‘waar te bevallen’ wordt niet gerept. Hier zijn we op de goede plek, is mijn conclusie. Boven onderzoek ik Mariska. ‘Nog niet eens zo heel veel ontsluiting, blijf maar lekker rondlopen.’ Ze vraagt of ze onder de douche mag.’ Dat is een eersteklas idee, het stromende water brengt je lijf helemaal in de flow. Prima.’ Vol goede moed begint ze aan de tropische Riverdance-variant onder de regendouche, al waterstampend komt ze wee na wee dichter bij de zo gewenste volledige ontsluiting. De kraamverzorgster komt op de fiets. Er schijnt ook een leerling te komen van verder weg. ‘Nou, het zal mij benieuwen wie er het eerste is, die kraamzorg of jullie baby,’ zeg ik optimistisch. Stamp-puf stamp-puf-stamp-puf hoor ik vanuit de douche. Die zit lekker in het ritme. Fred en ik zitten samen op de badrand. Fred reikt haar af en toe drinken aan. Mariska voelt zich bibberig, waarschijnlijk van de inspanning. Ze zou wel wat energie kunnen gebruiken. Ik vraag wat ze wil of wat er in huis is. Zoete ranja, Dextro-energie, iets met suiker? Fred denkt mee, wat zal in deze fase van de ontsluiting goed vallen en de benodigde energie geven. ‘Een ijsje?’ ‘Ja!’ zegt Mariska; ‘Een raketje, daar heb ik zin in.’ Fred is al onderweg naar de keuken om er eentje uit de vriezer te vissen. Even later staat mijn bevallige barende al ijs-happend onder de douche. Het rode topje gaat er als eerste in één beet af. Dit heb ik in mijn 30 jaar verloskundige-zijn niet eerder zo meegemaakt. Hoe heerlijk. Stamp-hap-stamp-puf-stamp-hap. Bij een forse wee geeft ze het stokje kort aan Fred, om zich te kunnen concentreren op de heftige kramp. De warme douche is lekker, zegt ze, maar het koude ijsje is nog lekkerder. Stamp-hap-puf-hap-stamp, als een estafettestokje wordt het ijsje rond gegeven. We zijn intussen aan het lichtgele gedeelte, oranje is ook al volledig verdwenen. Ze zuigt verwoed aan het bredere onderstuk. ‘Hmmm heerlijk.’ Ik hoor haar meer en meer grommen tijdens de wee, voor mij een teken dat de volgende fase eraan zit te komen. ‘Als je ijsje op is, moesten we maar eens richting kraamkamer…’ Dingdong. De leerlingkraamverzorgende is gearriveerd. En hoe! Haar TomTom had het begeven, paniek! Tot ze een ploeg brandweermannen spotte langs de route. In haar splinternieuwe helderwitte uniform sprak ze de mannen liefjes aan. ‘Weten jullie misschien de weg in de nieuwste wijk?’ Zij boden spontaan aan voor te rijden. TatuuTatuu. (Haha, nee dat nog net niet, al had dat voor het verhaal vast leuk geweest.) Brandweerman Sam vloog over het asfalt, en zo kwam zij precies op tijd voor haar eerste thuisbevalling. Als even later Arnoud geboren wordt, zijn we allen ontroerd, ieder om eigen redenen. Fred vanwege de voorspoedige geboorte van zijn zoon, Mariska omdat ze zo dapper de klus klaarde, de kraamverzorgende omdat ze vanuit haar ooghoeken de ontroering van haar leerling opmerkt, de kraamverzorgsterinwording die beseft dat zij echt het mooiste beroep gekozen heeft, en ik… omdat alles weer zo plezierig op zijn plek valt! @poldervroedvrou

Verloskoffer

Dertig jaar verlos ik intussen al in Zeewolde. Vier verlostassen heb ik versleten, terwijl mijn haar van donkerblond via wat omwegen naar asgrijs kleurde. Het begon met een blonde student die voor het afstuderen een gewichtig-uitziende ouderwetse dokterstas kreeg van haar trotse ouders. De tas zag er werkelijk prachtig uit, maar bleek onhandig in het gebruik met zijn markante originele koperbeslag waar soms helaas, als ik niet goed oplette, mijn panty aanhaakte. Hij was ook iets te klein, ik moest er een grote shopper naast hebben voor de voorraad disposables en een beige onhandig kunststof kratje voor mijn zuurstofapparatuur. Helaas is die tas gestolen uit ons studentenhuis, het spuuglelijke kratje (met zijn -voor studenten zeker- peperdure inhoud) lieten ze gelukkig staan, maar: exit verlostas nummero uno al voor de eerste baby geboren was. Bij de volgende koos ik voor een praktisch exemplaar, het model laat zich het best omschrijven als ‘viskoffer’. Bruin, hard plastic, degelijk, stevig, niks romantisch aan. Uitgeklapt gaf hij een ordentelijk zicht op mijn volledige uitrusting. Alles trapsgewijs voor het grijpen. Als je hem netjes bijhield paste tout er formidabel in en je kon er zelfs probleemloos op zitten. Een viskoffer in de kofferbak, een paar hengels erbij en niemand zou vreemd opkijken. Na een flink aantal jaren begonnen de slotjes het te begeven en viel mijn oog op een nostalgisch model dokterstas, stemmig glanzend bruin leer met, in deze moderne versie, een elegante zwarte sluiting en een ruim zijvak voor handschoenen. Mijn haar werd met steeds kortere tussenpozen geverfd, uitgroei vond ik vreselijk. De benodigde zuurstof ging voor de veiligheid in een aparte blauwe canvaskoffer, omgeven met een passende foam-vorm en een handzaam hengsel om hem makkelijk, bij wijze van schoudertas, mee te zeulen. Het blijft een hele toer zo met volle bepakking, zeker indien de barende op zolder verblijft. Goed voor de conditie zullen we maar zeggen. Na een aantal jaren werd het weer tijd voor iets nieuws. De dokterstas moest vervangen. Ik heb de tas niet weggedaan, soms bij lezingen of boekpresentaties gebruik ik hem bij wijze van etalage, met de houten toeter om het hartje te luisteren, een koperen unster en mijn oude bloeddrukmeter uit 1986. Tegenwoordig heb ik er een handige compacte visitetas extra bij, met doptone, O2meter en stethoscoop. Verloskoffer 2.0 werd de beproefde vis/gereedschapskist-formule qua uitklap-scharnieren, maar er op zitten durfde ik niet meer. Wat indirect ook met mijn eigen 2.0 formaat te maken had. Het was een mooie donkerblauwe canvastas, hij klapte superhandig uit, was in samengevouwen toestand reuze praktisch en klein, en toch paste alles er moeiteloos in. Alleen het canvas bleek niet het allersterkste materiaal om mijn gesleep en gegooi in en uit de kofferbak aan te kunnen. Bij een bevalling naast bed, omdat barende vanwege heftige rugweeën onmogelijk kon liggen, wurmde ik me tussen verwarming en nachtkastje, deed mijn geblondeerde haar in een nette knot, en gebruikte de tas bij wijze van krukje. Ik hoorde hem kraken in zijn voegen. De baby werd gelukkig razendsnel geboren. Note to myself: Canvas is niet om op te zitten. Tot slot de Pizzabag: Inmiddels heb ik namelijk een hele hippe ergonomisch verantwoorde rugzak, de heuse ‘Rescuebag’, signaalkleurig oranje met reflecterende biezen, geheel matching met mijn huidige look. Wij togen naar Ameland voor een mini-wandelvakantie om de rugzak uit te proberen. Gevuld met de doorsnee bagage compleet met een lekkere fles Bordeaux klemvast in een speciaal houdertje. Hij was handig en stoer tegelijk, Je kunt hem overzichtelijk inpakken met verschillende gekleurde moduletasjes met klittenband. In één oogopslag zie je wat je nodig mocht hebben. Rood voor zaken betreffende bloed, geel voor alles wat met urine te maken heeft, en blauw voor infuusbenodigdheden. In de speciale houder zit natuurlijk geen wijn maar de zuurstofcilinder met beademingsballon en o2masker. Ooit hadden we een stagiaire die (heel bleu) veronderstelde dat het een thermisch-geïsoleerde Pizzabezorg-koffer betrof en toen een jonge vader de koffer galant naar de auto sjouwde noemden we hem dan ook gekscherend ‘de pizzabezorger’, er zijn nog foto’s van. Mijn mascotte is Esmeralda, een plastic figuurtje uit ‘de Klokkenluider van de Notre Dame’. Per ongeluk onderin de tas terecht gekomen, reist ze sinds 1996 met me mee. Bij een nieuwe tas wordt Essie gewoon meeverhuisd als talisman, ze laat me glimlachen. In de spiegel spot ik mijn grijze coupe, en dat geeft me een brede grijns. Time Flies. @poldervroedvrou

De oude doos



Wat is een semafoon?
Wat zijn kwartjes?
 Wat is een telefooncel? 

Er was eens een tijd, dat mijn leven bestond uit een piepende semafoon en een hand vol kwartjes in de broekzak. Als de ‘pieper’ afging, veerde ik een halve meter in de lucht, zocht zo snel mogelijk een telefooncel, belde de alarmcentrale en vernam het adres waar er in barensnood op me gewacht werd. Later liet ik een telefoon in mijn auto inbouwen met een stoere lange antenne op het dak. Een geweldige uitvinding die zijn dienst al op de eerste dag van ingebruikname bewees.

Ik reed het dorp uit voor een kraambezoek in het buitengebied en hoorde via de centrale over heftige weeën bij ene familie de Groot. Aha, Hanneke en Eric. Ik toetste hun nummer in (van Handsfree had nog niemand gehoord) en kreeg een hijgende Hanneke aan de lijn. Haar zware manier van ademen deed mij subiet keren en met gas op de plank over de drempels in de nieuwbouwwijk hopsen, tegelijkertijd joelde ik handige instructies voor de barende in de hoorn, zoals: puffen-op-de-zij, inademen-door-de-neus, rustig-aan, je-doet-het-goed en ik-ben-er-zo. Zij riep: ‘Oeeeh!’ en gaf me door aan Eric. De aanstaande vader commandeerde ik over een sleutel in de voordeur, de verwarming omhoog en het optrommelen van een kraamverzorgster, bovendien kon ik hem geruststellen want huize de Groot kwam in zicht. Ik parkeerde schuin op de stoep en arriveerde op die manier zonder enig tijdsverlies en zo ook de kleine Rebekka.

Wie zou er destijds geloofd hebben, dat er tegenwoordig niemand meer zonder zijn [in de broekzak-passende] mobieltje de straat op gaat.

Vandaag begeleid ik een gezellige huiselijke baarkrukbevalling. Een spiegeltje waar ik normaliter af en toe mee om het hoekje kijk, is niet aanwezig. Lumineus idee! Ik zet mijn iPhone op filmen en richt hem zo dat ik perfect zicht heb op het vorderen van de geboorte. ‘Nou,’ grapt manlief, ‘volgende keer kan je gewoon thuisblijven, dan stel ik de camera in en hoor ik wel van afstand van je hoe ik het allemaal moet doen.’ 

‘Tuurlijk,’ speel ik mee, ‘dan hebben ze daar vast een app voor uitgevonden!’

Moeders zegt: ‘Oehhh! Let oooop!’ Ik leg mijn telefoon snel buiten spetterafstand, want daar komt het hoofdje, baby passeert op de ouderwetse manier, moeders grijpt en pakt en drukt het kindje onvoorwaardelijk aan haar borst. Hands-On-moederliefde. Aan die techniek verandert niets. 

@poldervroedvrou


Dit was een kort verhaaltje uit de oude doos. De iPhone-bevalling in 2010 klinkt al als heel lang geleden. Hoe ik startte in 1990, zonder mobiele telefoon, was zelfs in een vorige eeuw. Wat vliegt de tijd. Onvoorwaardelijke moederliefde is gelukkig iets van alle tijden. De columns die ik voor de BlikOpZeewolde schrijf, geven de lezers op een luchtige manier een inkijkje in het bestaan van een dorpsverloskundige. Zo verzamelde ik alweer 10 jaar belevenissen. Volgende keer een bijzondere feestelijke special om dit te vieren!


 

De Wijze uit het Oosten

 


Een verlaat kerstverhaal, wat zijn aanvang had in de warme corona-zomer en zich exact op 25 december voltooide in het Geboortehuis met een gezonde zoon als resultaat. Laten we bij het begin beginnen…

Afgelopen zomer haalde een vader zijn dochter vanuit het buitenland op. Zij werkte in Rome, en woonde daar samen met haar Roemeense vriend. Een positieve zwangerschapstest en de commotie in de wereld bracht hun toekomstplannen in een stroomversnelling. Opa-in-wording omzeilde Italiaanse coronamaatregelen en trotseerde diverse obstakels om zijn dochter en haar vriend thuis te halen. Een bravourestuk dat zeker geen sinecure bleek te zijn: ‘Maar voor je kind doe je alles hé.’ Dat vond ik sowieso al een mooi verhaal.

Het uitgerekende moment; ergens midden tussen 24 en 25 december. Als voorlopige werktitel kozen ze voor de gein Hesús, want niemand verwachtte dat hij ook werkelijk in die nacht zou komen. Voorlopig bivakkeerden ze gezellig bij de grootouders en sprokkelden hun volledige babyuitzet bij elkaar.
Half december krijgen ze een eigen plekje om te wonen, het is alleen net buiten ons dorp.
‘Ik hoop dat we bij jullie onder controle mogen blijven, het voelt zo vertrouwd.’ verzuchtte Marie bescheiden. We bespreken de te volgen tactiek in geval van het baren, de keuze wordt geboortehuis, slechts enkele straten achter het nieuwe stulpje. Josh heeft intussen werk gevonden in Zeewolde, dus om nog een paar maal naar onze praktijk te komen voor de controles is geen probleem. Ik bekijk op Google-maps de wijk en de route en denk; dat zal prima lukken. ‘Maar bel wel tijdig, dan spreken we eenvoudigweg in het Geboortehuis af.’

Kerstnacht heb ik dienst en iets zegt mij dat we gegarandeerd opgeroepen gaan worden. Enkele dames zijn bovendien al danig overtijd. Praktijk-spoedberaad; we spreken af om onvoorwaardelijk achterwacht te zijn voor elkaar, ongeacht de feestdagen, feitelijk zoals altijd, en trouwens, we kunnen toch nergens op bezoek tijdens deze coronatijden. Mocht één van ons in het hospitaal zijn en een volgende barende heeft in het dorp verloskundige-hulp nodig; wij zijn paraat!

Als Marie belt, begint ze met een verontschuldiging: ‘Het is vast nog niet zover, maar ik denk dat het begonnen is...’ Het is vier uur in de nacht, maar jullie bevlogen beroeps-idolaat Poldervroedvrouw komt enthousiast overeind: ‘Ha, ik wist het!’ en belooft allereerst naar la nostra casa te rijden om eventueel aansluitend gezamenlijk naar het geboortehuis te gaan. Ik voel me extra-relaxed vanwege de geregelde ‘Kerst’-achterwacht en toets het adres in mijn TomTom en vertrek.
Mooier kan je het immers niet hebben; ver na de remslaap, bijna uitgeslapen zelfs, in een heldere kerstnacht naar een geboorte. De radio speelt ‘driving home for krismas’ kan het toepasselijker.
TomTom laat me om de wijk heenrijden en ik beland in een kronkelige bochtige straat met links de even nummers, rechts schuttingen en achtertuintjes. Ik vind het niet, was het nu toch een oneven nummer? Auto maneuvreren in het eerste het beste parkeerplekje dan maar en uitstappen. Op de oprit staat een Tesla, en het huisdeurbordje laat ‘Familie Foppen’ lezen. Niet goed, ik besluit niet aan te bellen, maar Marie nogmaals te proberen. Ik krijg Joseph aan de lijn, in zijn Roemeens-Italiaans vermengd met gebroken Engels probeert hij mij door het laatste stukje van de route te loodsen.
‘I’ll turn on the lumina della macchina.’ Ik weet niet exact wat hij bedoelt, vaagjes komt de betekenis boven. Ooit, in een vorig leven was ik, als achttienjarige, au-pair bij een Milanese familie, doch mijn Italiaans is intussen helaas wat arruginito geworden. Bij de volgende bocht zie ik een rode Fiat met knipperende oranje verlichting. Quello intelligente!

De vergelijking van de wijzen uit het oosten die een ster volgden om in de kerstnacht op de juiste locatie te geraken komt bij me op. De voordeur staat al op een kiertje.

@poldervroedvrou

Jaarverslag van 2020

 

Geknal van vuurwerk en het jaar beloofde bijzondere gebeurtenissen met prachtige geboortedata. Onbevangen startte Januari met de achtponder Max. Als eerste Zeewoldense thuisgeborene die traditioneel de krant haalde, noemen we Madelief. Dit jaar werden binnen de VerloskundigenPraktijkZeewolde 214 kindjes geboren; 124 jongetjes en 90 meisjes. Al die unieke voornamen op de geboortekaartjes, ze zijn verzameld en aangevuld met allerhande wetenswaardigheden voor jullie in dit ‘jaarverslag’

Het liefst kies je iets origineels, met een waardevolle betekenis of een bijzondere klank. We hoorden korte namen; Mia, Mae, Bas, Job, Loa, Sep en Evi die nu de jongste is in haar gezin. Enkele originele dubbele namen zoals Conor-Joe en Xaya-Liva. De letter X werd wel vaker gebruikt zoals bij Jax, of zelfs Jaxx met dubbel X. De Y blijft een populaire letter, maarliefst 35 keer gebruikt, bijvoorbeeld als startletter; Yara, Yassir, in het midden; Rylan, Mylanie, Syll, Tygo, Bryan, Vaeya, Jaylen, of aan het eind; Anjey, Wesley, de tweeling Davey en Daley, Djaivey, Djay, Donny, Bodey, Eloy, Joy, Jenny, de ultieme spellingstwist kreeg Yezay; de Y aan het begin èn het eind.

Het start met een positieve zwangerschapstest. Na grapjes maken over de mogelijke naam van jullie toekomstige kind, wordt het waarachtig opeens tijd om een jongens- of meisjesnaam te kiezen! Waren jullie nog steeds verliefd op die ene voornaam waar je al jaren mee rond liep, of is het tijd voor een frisse wind? Misschien lukte het juist helemaal niet om iets stijlvols te bedenken, of zijn de namen die jullie pakkend vinden al gebruikt in vrienden- of familiekring. Bij de in Januari geboren tweeling werd er vanzelfsprekend dubbel gekozen; Lise en Tim, roze en blauwe muisjes.

Het jaar startte rustig, maar de wereld kwam na de carnaval in een ongelofelijke draaikolk terecht. Wij verloskundigen roeiden met de riemen die we hadden. Anderhalve meter afstand. Raamvisites in plaats van kraamvisite, veel per telefoon, mondkapjes. Nieuwe termen als PBM, Aerosolen, IC-capaciteit, Cohort-afdeling, COVID-19, ‘een Grapperhuisje doen’ op je bruiloft, de Intelligente Lockdown. ‘Een vleermuis in de soep.’ is een moderne uitdrukking wat staat voor: waar het zogezegd allemaal mee begon.
Nagenoeg alle letters zijn aan de beurt gekomen dit jaar behalve de G, de U (eigenlijk al vele jaren) en de Z, terwijl die vorig jaar bijna op de eerste plaats stond.
Op een alleraardigst geboortekaartje lazen we deze waarheid: ‘Grote avonturen beginnen klein.’, maar de kleinste van het jaar was de vroeggeboren Niek, lichter dan zeven ons. Op vijf december kwam Nikolas, hij deelt zijn verjaardag met Jesse, wat ook meteen de meest gekozen naam is van dit jaar.

Regelmatig gegeven namen zijn ook Sepp: ‘Hoort bij ons.’ en Luca: ‘Al ons later is met jou!’. Zeldzaam zijn Lieuwe: ‘Want als liefde leven wordt, krijgt geluk een naam.’ en Rune: ‘Here comes the sun!’, met hun warme welkomst-regeltjes te lezen op verschillende geboorteaankondigingen.

Zoveel kindjes waarvan de pappa of mamma niet uit Nederland komt. We spraken Portugees, Italiaans, Roemeens, Deens, Engels, Indonesisch, Pools en Syrisch, soms met hand en en voeten. Zwangere (aanstaande-) echtgenotes kwamen uit Zuid-Afrika, Ghana, China, Vietnam, Afghanistan, Turkije, Marokko, Venezuela, Rusland, Eritrea, Hongarije en Kosovo. Mede dankzij de Coronapandemie werden wereldreizen onderbroken en buitenlands-verblijvenden gerepatrieerd naar het veilige Holland.

Een bonk van een boerenzoon kreeg de naam Wessel, vier-en-een-halve kilo op de weegschaal, door zijn twee oudere broers zal er vast goed voor hem worden gezorgd.

Bij enkele kindjes staat een sterretje, wij willen deze namen zeker noemen. De jongetjes Jesse, Olaf, Fynn en Jonathan, zij horen erbij. Geen kind is zo aanwezig als het kind wat wordt gemist…

De eigenzinnige Q hoort bij de knulletjes Quintley en Quinn eindigend met een dubbele medeklinker. Net zo trendy als Sepp en de meisjes Tess, Solenn en Djezz. Wat is het verschil tussen Oskar en Oscar, Sara en Sarah, Vinz en Vince, Feline en Felien, Eline, Emely of Emilia? Of wat dachten jullie van zoon Miran en dochter Marin. Jidde en Hidde, Jace en Jack, de jongetjes Jaimz, Jamie en meisje Jamie, Lizzie en Lizzy. Lieve meisjesnamen voor de zevenponders Renske en Rinske, en een stoere mannennaam voor de bijna-negenponder Renze. Luca, Lucas of kort maar krachtig Luuk, Florian en Floris, Aiden en Alèn. Meisje Micah of jongetje Mike. Mila, Milo, Milou, Milotte, Marlotte, Charlotte of kortweg Lotte dan ben je rijk genoeg.
De huidige trend bestaat uit het geven van korte, krachtige namen. Wij zagen bijvoorbeeld Daan, Sem, Joep, Levi en ook Mats kreeg een warm welkom. Namendeskundigen verwachten steeds meer uitzonderlijkheden, waar we tot nu toe niet eerder van hoorden.
Rosa is al een prachtige naam, een dochter na vijf broers noem je Rosaliyah. Bijzondere meisjesnamen met een eigen betekenis, we houden ervan; Alysha, Shiyloh, Dyevahira, Cyarah, Chavella, Imani. Maar ook zielsgelukkig zijn de ouders van Nova, zo lazen we op het kaartje en of je nu Nova, Niva, Nora Nela, Lena, Noor of Naia met zijn Hawaïaanse naam en Japanse roots, heet, ze zijn meer dan welkom in het pittoreske Zeewolde.
Jafeth is de uitbreiding in het gezin. Jens, Jorim ‘God is verheven’, David of Psalm, want dat had zijn moeder troost gegeven in de lastige zwangerschapstijd tijdens de pandemie. Salomé, Felix de gelukkige, Dorian die lief klein en bijzonder is. Daniël is de naam voor een Afghaans ventje maar het dorp kent dit jaar ook een Hollandse Daniël.
Joëlle, de herhaaldelijk gekozen Julia, het originele Kara of Kornelia. Wij begroeten onze beautifull Lana met ‘Welkom Lieveling’ en signaleerden de esthetischverantwoorde geboortedatum 20-2 2020 voor Rivka.
Zoveel keuzemogelijkheden; Ravi, Ramiz, Roan. Baby Rick, met een geinige walvis op zijn geboortekaartje, wensen we een lang leven. Morten is in zijn element, en Stefan is ook een boerenzoon met uitzicht op de weilanden.
Claris, Claire, Chloë. Vivi had geen kaartje maar een heuse slinger waarop je kon lezen: ‘Smallest-things-take-up-the-most-room-in-your-heart!’ Viënna, Veerle, Tina, Tessa. Thomas kreeg een treinkaartje, Thije, Shane, Noud, Nolan, Menno, Mees, Amar, Arthur, Bing, Boaz, Denver, zoveel krachtig-klinkende jongensvoornamen, wat is er veel keus. Meer lettergrepen Benjamin, Ferdinand, Leander, Leonardo, Manoah, Mohamed, Keano, Kitaro en Koray.

Bij de geboortekaartjestrent viel het op dat de natuurlijke kleur groen vaak werd gebruikt, soms met gouden accenten. Danée, Defne, Selen, Sterre, Pien en Puck meisjesnamen die passen bij iedere eigen dochter, ze groeien er vanzelf in, lief en stoer en met een individuele betekenis, Merel, Alana, Anouk. We hebben een Nederlandse en een Poolse Olivia. Jasmijn is een geurende bloem, en Jorri bleek een Syrische variant daarop. Voor het huis van Sanne stond de grootste versiering; een opblaasbaby van vier meter hoog.
Coronababy; de zuigeling die vanaf half december 2020 ter wereld komt, waarvan de conceptie plaatsvond tijdens de periode dat veel mensen als gevolg van de coronamaatregelen in thuisisolatie gingen. De tweede Madelief, Ilie ons Kerstkindje, de Poolse Sofia en de laatst van het jaar Santino komen hiervoor zeker in aanmerking. Om af te sluiten met het feit dat er in de nieuwe Molenbuurt huizen werden opgeleverd waar ze direct weer babywiegjes konden vullen, dat wordt dus ook een hele gezellige wijk.

 @Joint venture van Marianne Wilke en Kirsten