Verloskoffer

Dertig jaar verlos ik intussen al in Zeewolde. Vier verlostassen heb ik versleten, terwijl mijn haar van donkerblond via wat omwegen naar asgrijs kleurde. Het begon met een blonde student die voor het afstuderen een gewichtig-uitziende ouderwetse dokterstas kreeg van haar trotse ouders. De tas zag er werkelijk prachtig uit, maar bleek onhandig in het gebruik met zijn markante originele koperbeslag waar soms helaas, als ik niet goed oplette, mijn panty aanhaakte. Hij was ook iets te klein, ik moest er een grote shopper naast hebben voor de voorraad disposables en een beige onhandig kunststof kratje voor mijn zuurstofapparatuur. Helaas is die tas gestolen uit ons studentenhuis, het spuuglelijke kratje (met zijn -voor studenten zeker- peperdure inhoud) lieten ze gelukkig staan, maar: exit verlostas nummero uno al voor de eerste baby geboren was. Bij de volgende koos ik voor een praktisch exemplaar, het model laat zich het best omschrijven als ‘viskoffer’. Bruin, hard plastic, degelijk, stevig, niks romantisch aan. Uitgeklapt gaf hij een ordentelijk zicht op mijn volledige uitrusting. Alles trapsgewijs voor het grijpen. Als je hem netjes bijhield paste tout er formidabel in en je kon er zelfs probleemloos op zitten. Een viskoffer in de kofferbak, een paar hengels erbij en niemand zou vreemd opkijken. Na een flink aantal jaren begonnen de slotjes het te begeven en viel mijn oog op een nostalgisch model dokterstas, stemmig glanzend bruin leer met, in deze moderne versie, een elegante zwarte sluiting en een ruim zijvak voor handschoenen. Mijn haar werd met steeds kortere tussenpozen geverfd, uitgroei vond ik vreselijk. De benodigde zuurstof ging voor de veiligheid in een aparte blauwe canvaskoffer, omgeven met een passende foam-vorm en een handzaam hengsel om hem makkelijk, bij wijze van schoudertas, mee te zeulen. Het blijft een hele toer zo met volle bepakking, zeker indien de barende op zolder verblijft. Goed voor de conditie zullen we maar zeggen. Na een aantal jaren werd het weer tijd voor iets nieuws. De dokterstas moest vervangen. Ik heb de tas niet weggedaan, soms bij lezingen of boekpresentaties gebruik ik hem bij wijze van etalage, met de houten toeter om het hartje te luisteren, een koperen unster en mijn oude bloeddrukmeter uit 1986. Tegenwoordig heb ik er een handige compacte visitetas extra bij, met doptone, O2meter en stethoscoop. Verloskoffer 2.0 werd de beproefde vis/gereedschapskist-formule qua uitklap-scharnieren, maar er op zitten durfde ik niet meer. Wat indirect ook met mijn eigen 2.0 formaat te maken had. Het was een mooie donkerblauwe canvastas, hij klapte superhandig uit, was in samengevouwen toestand reuze praktisch en klein, en toch paste alles er moeiteloos in. Alleen het canvas bleek niet het allersterkste materiaal om mijn gesleep en gegooi in en uit de kofferbak aan te kunnen. Bij een bevalling naast bed, omdat barende vanwege heftige rugweeën onmogelijk kon liggen, wurmde ik me tussen verwarming en nachtkastje, deed mijn geblondeerde haar in een nette knot, en gebruikte de tas bij wijze van krukje. Ik hoorde hem kraken in zijn voegen. De baby werd gelukkig razendsnel geboren. Note to myself: Canvas is niet om op te zitten. Tot slot de Pizzabag: Inmiddels heb ik namelijk een hele hippe ergonomisch verantwoorde rugzak, de heuse ‘Rescuebag’, signaalkleurig oranje met reflecterende biezen, geheel matching met mijn huidige look. Wij togen naar Ameland voor een mini-wandelvakantie om de rugzak uit te proberen. Gevuld met de doorsnee bagage compleet met een lekkere fles Bordeaux klemvast in een speciaal houdertje. Hij was handig en stoer tegelijk, Je kunt hem overzichtelijk inpakken met verschillende gekleurde moduletasjes met klittenband. In één oogopslag zie je wat je nodig mocht hebben. Rood voor zaken betreffende bloed, geel voor alles wat met urine te maken heeft, en blauw voor infuusbenodigdheden. In de speciale houder zit natuurlijk geen wijn maar de zuurstofcilinder met beademingsballon en o2masker. Ooit hadden we een stagiaire die (heel bleu) veronderstelde dat het een thermisch-geïsoleerde Pizzabezorg-koffer betrof en toen een jonge vader de koffer galant naar de auto sjouwde noemden we hem dan ook gekscherend ‘de pizzabezorger’, er zijn nog foto’s van. Mijn mascotte is Esmeralda, een plastic figuurtje uit ‘de Klokkenluider van de Notre Dame’. Per ongeluk onderin de tas terecht gekomen, reist ze sinds 1996 met me mee. Bij een nieuwe tas wordt Essie gewoon meeverhuisd als talisman, ze laat me glimlachen. In de spiegel spot ik mijn grijze coupe, en dat geeft me een brede grijns. Time Flies. @poldervroedvrou

De oude doos



Wat is een semafoon?
Wat zijn kwartjes?
 Wat is een telefooncel? 

Er was eens een tijd, dat mijn leven bestond uit een piepende semafoon en een hand vol kwartjes in de broekzak. Als de ‘pieper’ afging, veerde ik een halve meter in de lucht, zocht zo snel mogelijk een telefooncel, belde de alarmcentrale en vernam het adres waar er in barensnood op me gewacht werd. Later liet ik een telefoon in mijn auto inbouwen met een stoere lange antenne op het dak. Een geweldige uitvinding die zijn dienst al op de eerste dag van ingebruikname bewees.

Ik reed het dorp uit voor een kraambezoek in het buitengebied en hoorde via de centrale over heftige weeën bij ene familie de Groot. Aha, Hanneke en Eric. Ik toetste hun nummer in (van Handsfree had nog niemand gehoord) en kreeg een hijgende Hanneke aan de lijn. Haar zware manier van ademen deed mij subiet keren en met gas op de plank over de drempels in de nieuwbouwwijk hopsen, tegelijkertijd joelde ik handige instructies voor de barende in de hoorn, zoals: puffen-op-de-zij, inademen-door-de-neus, rustig-aan, je-doet-het-goed en ik-ben-er-zo. Zij riep: ‘Oeeeh!’ en gaf me door aan Eric. De aanstaande vader commandeerde ik over een sleutel in de voordeur, de verwarming omhoog en het optrommelen van een kraamverzorgster, bovendien kon ik hem geruststellen want huize de Groot kwam in zicht. Ik parkeerde schuin op de stoep en arriveerde op die manier zonder enig tijdsverlies en zo ook de kleine Rebekka.

Wie zou er destijds geloofd hebben, dat er tegenwoordig niemand meer zonder zijn [in de broekzak-passende] mobieltje de straat op gaat.

Vandaag begeleid ik een gezellige huiselijke baarkrukbevalling. Een spiegeltje waar ik normaliter af en toe mee om het hoekje kijk, is niet aanwezig. Lumineus idee! Ik zet mijn iPhone op filmen en richt hem zo dat ik perfect zicht heb op het vorderen van de geboorte. ‘Nou,’ grapt manlief, ‘volgende keer kan je gewoon thuisblijven, dan stel ik de camera in en hoor ik wel van afstand van je hoe ik het allemaal moet doen.’ 

‘Tuurlijk,’ speel ik mee, ‘dan hebben ze daar vast een app voor uitgevonden!’

Moeders zegt: ‘Oehhh! Let oooop!’ Ik leg mijn telefoon snel buiten spetterafstand, want daar komt het hoofdje, baby passeert op de ouderwetse manier, moeders grijpt en pakt en drukt het kindje onvoorwaardelijk aan haar borst. Hands-On-moederliefde. Aan die techniek verandert niets. 

@poldervroedvrou


Dit was een kort verhaaltje uit de oude doos. De iPhone-bevalling in 2010 klinkt al als heel lang geleden. Hoe ik startte in 1990, zonder mobiele telefoon, was zelfs in een vorige eeuw. Wat vliegt de tijd. Onvoorwaardelijke moederliefde is gelukkig iets van alle tijden. De columns die ik voor de BlikOpZeewolde schrijf, geven de lezers op een luchtige manier een inkijkje in het bestaan van een dorpsverloskundige. Zo verzamelde ik alweer 10 jaar belevenissen. Volgende keer een bijzondere feestelijke special om dit te vieren!