Twee bevallingen en een lekke band



En dat ging ongeveer zo:
De nacht begon met een barende met griep, zij beviel uiteindelijk reuze voorspoedig met oma als kraamverzorgende. Na een ultrakort nachtje verliep de dag met horten en stoten mede omdat ik halverwege de kraamvisites een lekke band bemerkte. Om mijn velgen te ontzien, parkeerde ik subiet en belde mijn garagebedrijf. Kijk, ik kan, als het moet, echt wel een band verwisselen, maar ik voorzag smoezelige vingers met zwarte smeer tot diep in mijn poriën, en dat is geen hygiënische combi met kleine roze baby’tjes. Twee monteurs kwamen meteen en hadden een vervangende band meegenomen. Krik eronder, en trrrr-trrrr-trrrr-trrrr, daar vlogen de bouten eraf, kapotte wiel opzij, leenband erom, hoppa, trrrr-trrrr-trrrr-trrrr, weer aangeschroefd. Een gemiddelde formule1-pitstop waardig. Binnen no time vervolgde ik mijn route. De grieperige kraamvrouw was iets opgeknapt, en een hoogzwangere met minder leven kon ik  gerust stellen door haar het babyhartje luid en duidelijk te laten horen.                       
Ik bracht wat lekkere verse broodjes langs onze praktijk waar mijn collega’s de dag een ‘spiralenspreekuur’ hielden.
Anticonceptie-spiraaltjes inbrengen; een nieuwe vaardigheid, toegevoegd aan het scala van onze vrouwvriendelijke services.
Mijn dienst zou nog tot acht uur vanavond duren en ik rekende op een uurtje siësta na de lunch. Want de nacht was al met al heel kort geweest, ondanks de heerlijke adrenaline-rush veroorzaakt door de prachtige gezellige thuisbevalling.
En dan belt Harald, de man van Rochelle, de supermarktkassière die haar derde kind gaat krijgen.
Ik was ook bij de eerste twee dochters, wier geboorten wervelend verliepen. We hadden afgesproken: ‘Tijdig de verloskundige waarschuwen…’

We klokken zeven over drie voor het eerste telefoontje en mijn ogenblikkelijke vertrek. Aankomst; enkele minuten later; constatering van goede weeën; actie; ik vraag of de kachel omhoog kan; Harald bestelt (op mijn verzoek) een kraamverzorgster; hij tovert (ook op mijn verzoek en naar Rochelles aanwijzingen) het kraampakket tevoorschijn en  ik haal mijn beval-equipement uit de auto.
Als ik weer boven kom, bevindt de arme vrouw zich in de plotseling wild kolkende stroomversnelling van bevallingsgeweld. Rochelle ligt op haar zij in een flinke plas vruchtwater en roept: ‘Marianne help me! Ooooo! Ik voel het drUUUkken!’ Handdoeken, stoffen luiers, navelklem, matjes en gaasjes, kraamverband. Terwijl ik het hoognodige bij elkaar sprokkel, probeer ik haar gerust te stellen. Ondanks dat we het negen maanden filosofeerden over onstuimige bevallingen, wordt ze toch overvallen door de oerkrachten.
Ze roept in paniek, met het hoofdje bijna geboren tussen haar benen: ‘Dat gaat niet pAAAssen!’  Ik scandeer dat het prima zal gaan want kassa vier is geopend. ‘Wagenwijd! Toe maar! Kom maar door met die winkelwagen!’ We klokken 15:37 voor de geboorte. Stop de tijd! Een half uurtje van onderbroken middagdutje tot puntgave flinke zoon van acht pond schoon aan de haak.
Dat van die kassa vier ga ik uitleggen: mijn dochter speelde vroeger vaak ”kassaatje”, met een kleurige Fischer Price-speelgoed kassa, en riep dan vol overtuiging: ‘Kassa Vier is open!’ Nooit acht, zes of bijvoorbeeld drie, om welke reden dan ook, was het steevast kassa vier. Bij ons thuis is het daarom een gevleugelde uitspraak, in combinatie met de barende kassière vloog het zomaar opeens uit mijn mond. Mijn verklarende uitleg laat Rochelle grinniken; het was precies de benodigde beslissende push in haar verbazing dat het inderdaad best paste.

Jullie lazen het goed tussen de regels door: Verloskundigen Zeewolde zijn weer mee gegaan met de tijd.
Zij kunnen nu ook spiraaltjes plaatsen, met eventueel een aansluitende echoscopische controle. De hormoon- of koper-spiraal is een betrouwbare vorm van anticonceptie, die ook goed kan worden gecombineerd met borstvoeding. Na een bevalling  kan de verloskundige 10-12 weken later het spiraaltje inbrengen. Is de bevalling al wat langer geleden of zijn er (nog) geen kinderen, dan kan dit het beste tijdens de eerste dagen van de menstruatie. Vanzelfsprekend is verwijderen ook geen probleem. Kijk op  www.verloskundigenzeewolde.nl voor de complete informatie.
In ieder geval; alle Zeewoldense vrouwen zijn van harte welkom.


@poldervroedvrou

Bril


Het is de eerste januari van 2020 en mijn dienst startte een paar uur voor de jaarwisseling en haar vuurwerk. Ik ben als vanzelfsprekend de BOB en leg mijn kleren zorgvuldig klaar omwille van blindelings grijpen in de nacht.  Mijn auto staat al operationeel geparkeerd, met een dekentje over de voorruit. Ik verwacht geen bevalling, en zeker geen vrieskou, maar je weet maar nooit. We gingen niet al te vroeg naar bed zeg maar gerust extreem laat, want het was gezellig.
Om vijf uur gaat de dienstmobiel. De gene die belt versta ik in eerste instantie maar matig, ik laat hem een paar keer het adres herhalen en prent het in mijn lange termijngeheugen. Ik heb er intussen wel beeld bij, een grote Kaapverdische man met een vlotte blonde schoonheidsspecialiste als vrouw. Haast lijkt geboden, want: ‘Mijn vrouw heeft erge pijn, zij staat nu onder de douche.’ Wat in principe een slimme zet is  om de pijnen enigszins dragelijk te houden. Maar, omdat ik  van de ene naar de andere kant van het dorp moet kruisen, verzoek ik hem om zijn vrouw in bed te stoppen, want: ‘Door een warme douche zou het allemaal nog sneller kunnen gaan. Laat me eerst even kijken hoe het er voor staat. Ik kom meteen.’

Ik kleed me haastig aan, blij dat alles op volgorde op het krukje ligt te wachten, T-shirt, linker sok, rechter sok, spijkerbroek, warme trui, sjaal en één handschoen (dat is vanwege koude vingers in de nacht, die tweede ben ik helaas al maanden kwijt…) Ik ga op het krukje zitten en strik mijn veters in het donker. Bodywarmer aan, die vooral heel handig is voor het bewaren van de diensttelefoon. Mobiel dus hopla in mijn zak. Eigenlijk moet ik plassen, maar het klonk zo alarmerend, eerst maar gauw kijken hoe het er voor staat daar. Autosleutels uit het handige bakje bij de voordeur, zachtjes deur sluiten, voorruitbedekking opzij, in de auto, mazzel dat er niet gekrabd hoeft te worden, starten, de display van mijn dashboard laat een groene gloed zien. Ik wil kijken hoe laat het nu is.
‘O nooooo! FLUT!’ Terwijl ik uit frustratie een ferme klap op het stuur geef, scheld ik tegen de voorruit. ‘Sukkel dat ik ben.’

Ik ben mijn bril vergeten op te zetten.

Al kan ik het meeste wel zien, het lezen van de spreekwoordelijke kleine lettertjes wordt allemaal iets lastiger zo met de jaren. Als een raket vlieg ik de auto weer uit, voordeur open, de hondjes begroeten me alsof ik weken ben weggeweest. (Ken je die mop? Hoe krijg je een hond blij, stop hem in een keukenkastje, hoe langer je hem laat zitten, hoe blijer hij is als je hem er weer uit laat.)
Ik maan de Jack Russells tot stilte: ‘Shjsss!’ Dirigeer ze zo geluidloos mogelijk terug naar hun mandjes, sluip naar de slaapkamer, trippel om het bed en vind op de tast mijn bril op het nachtkastje.
Ik stoot me aan het krukje. Boink. Hoor een kenmerkende zucht van zijn kant van het bed, voor hem was het ook laat, maar ik zeg geen sorry, ik ben immers in a big hurry. Door de voordeur die -helaas deze keer wel- met een klap in het slot valt, en ik ben terug in de auto.
Gas op de plank, de ontelbare hobbels onderweg gaan zonder problemen en de grote rotonde neem ik deze vroege Nieuwjaarsochtend lekker links om. Grappig, ik volg nagenoeg dezelfde route als een maand geleden in achtervolging van de paardentrailer, met eenzelfde haast.
Voor de deur is gelukkig parkeerplaats vrij.
Wat zou het leuk zijn als deze dag ook meteen het eerste baby’tje van het jaar geboren gaat worden.

Erson doet voor me open. ‘Angelina is boven,’ zegt hij, ‘Ze ligt weer onder de dekens.’ Het hele pijngebeuren is afgezakt. Vals alarm dus.
Laten we het beschouwen als een goede oefening.
@poldervroedvrou

                   Geurtje voor Geert

 

'Laatst hadden we de jaarlijkse buurtbarbecue, dan doe ik dit een beetje achter mijn oren en vraag ik de buurvrouwtjes: ruik eens! Nou, dat vinden ze heerlijk hoor.' Geert weet het leuk te vertellen. Marina ligt in bad de weeën op te vangen, en wij keuren de babybenodigdheden op de commode. Geert heeft al twee maal verse koffie gezet en Marina heeft alweer een paar maal een 'echte hele erge' wee gehad. Maar na het aanvankelijke stormachtige begin houdt het nu niet over, het lijkt zelfs wat af te zwakken.

'Daar was ik al bang voor,' verzucht Marina, 'dat was bij de tweeling ook zo...'

Vroege start, vruchtwater, kom maar op, wachten wachten, minder en minder, drupje infuus, BimBamBoing en twee doerakken geboren. Vertel mij wat, ik stond erbij en ik keek ernaar.

BimBangBoem!

Als Geert aanstalten lijkt te maken om een derde koffieronde te gaan verzorgen, hakken we de knoop door, naar het ziekenhuis voor bijstimulatie.


Terwijl het CTG laat zien dat het werkelijk tijd wordt voor actie, drinkt Geert zijn eerste 'bakkie ziekenhuis-bogt'. Ik sla even over. Lunch en avondeten zijn er vandaag door de omstandigheden compleet bij ingeschoten, we hebben het over frikadellen met of zonder uitjes, over curry of ketchup, over brandblussers en brandbeveiligingsapparatuur, over het opvoeden van tweelingzoontjes en combinaties van namen. Marina filosofeert nog vrolijk mee. Als Geert zijn warme sweater verruilt voor een luchtiger T-shirt zie ik dat de jongensnamen links en rechts vuistgroot op zijn borst getatoeëerd staan, ik gok dat die van de dochter in het midden zal komen. Daar kon ik best wel eens gelijk in hebben, zegt hij, met een kroontje erboven. 'De kroon op mijn werk!'

Ik mag 'm wel, die Geert.


Maar goed, Poldervroedvrouw gedijt matig op koffie alleen. Nu Marina aan alle kanten wordt geprepareerd voor het verkrijgen van weeënopwekkers glip ik er even tussenuit.

In het bezoekersrestaurant worden net versgebakken saucijzenbroodjes op de toonbank geschoven. Het zijn dan wel geen frikadellen, maar ik besluit er eentje voor Geert mee te nemen.

Als ik terug kom, is het omslagpunt daar. Haastig schrokt Geert zijn broodje  naar binnen, eigenlijk heeft hij geen tijd, want er moet geknepen worden. Grootmoedig leen ik een paar weeën mijn hand, maar de biceps van Geert knijpen het fijnst. Marina denkt dat ze nu pijnstillers nodig heeft, ik denk dat het eind in zicht is en Geert is wat bleek om de neus. Met zweetdruppels op het voorhoofd, de nagelafdrukken van Marina in zijn bovenarmen en op elkaar geklemde kaken, kijkt hij mij een tikje wanhopig aan.

'Geef er maar aan toe,' luidt mijn algemene advies.

En dan, in één vloeiende omgekeerd-peristaltische maagbeweging, geeft Geert zijn -naar nu blijkt geheel verkeerd gevallen- saucijzenbroodje terug aan de natuur. Met de rug van zijn hand veegt hij links en rechts langs zijn mondhoeken, 'Pfoe, dat lucht op.' De vieze smaak spoelt hij weg met het laatste restje koude koffie en hij staat er weer.

Vervolgens baart Marina, tijdens één lang aangehouden schrille hoge gil, hun prinsesje.

'Zo, een brandalarm om jaloers op te zijn.' Geert's opmerking laat zien dat hij weer zijn grappige stoere zelf is, maar die stiekem weggeveegde traan is me heus niet ontgaan.


Bij de drogist zie ik het staan tussen de parfums. Ik wist werkelijk niet dat het bestond. 'Eau de Zwitsal', in een fraai glazen spuitflaconnetje. Als ik mijn mascara en lippenstift afreken, kan ik het niet laten... 'Wat kost dat?'

'Is het een cadeautje?' vraagt de verkoopster.

'Ja, pak maar in, ...met een mooie Herenstrik eromheen graag!'


@poldervroedvrou in de reprise op verzoek:)

Even voorstellen...


Je naam is in feite het eerste cadeau dat je krijgt. Het is alleen dat je hem moeilijk kunt ruilen, weg geven, of snel uit de kast halen als je ouders langskomen om te showen dat je hem echt nog wel leuk vindt. Je krijgt  je naam bij je geboorte en daar zul je het mee moeten doen.

In 2019 zijn er 196 geboortenamen gegeven in Zeewolde, 96 jongens en precies 100 meisjes, twee maal werd er een tweeling geboren, beide keren een jongetje en een meisje.

Sophie en Sofie zijn het meest gegeven als roepnaam, maar ook verschillende malen als tweede naam. Noa als meisjesnaam  komt op een goede tweede plaats qua voornamen, de betekenis is troost. Noam, wat beeldschoon inhoudt, is het tweelingzusje van Yair, die met de Y gespeld, een eigentijdse variant is op het thema, net zoals Yurre, Gydeon, Dyani, Zeyna, Romy of het feestelijke Felicya. Hayley heeft er zelfs twee, Vayenna is een wat langere meisjesnaam, maar ook het korte Ivy gaat heel prima met een y-grec. Jody die een zelfbedachte eigen krant kreeg bij wijze van geboortebericht, Dylan, Lynthe, Myrthe met een opmerkelijk triplex 3D-bouwpakket bij wijze van kaart, Mayson, Faye. Toch wel een verschil met de traditionelere Julie, David, Daan, Lauren, Maartje, Mees, Marcel, Maria, Maud, Femke, Fenne, Fien of Fiene.

Als jongensnaam staat al jaren Lucas aan de top, het blijft een sterke naam, in het gehele land werd hij het meest gekozen, in ons dorp zelfs enkele keren ook als doop- of tweede naam, met Luca en Luuk als variant hierop, we telden ze in totaal vijf maal.

Met Lynn zien ook wel een trend, als tweede naam of in een combinatie; niet alleen Lindsay komt over een paar jaar in de klas, juffen pas op, hier zijn: Sarah-Lynn, Novalyn, Rosalynn, Jaylinn, Melin, Feline, Florine, Caroline of Carolijn. Mooie combinaties; Jula-Grace is liever dan lief en Jacky-June, in juni geboren, kon qua naam niet onder doen voor haar oudere zus. Anni Lee die met een ‘smooth delivery’ in New Zealand ter wereld kwam. Bijzondere samenstellingen; Jamilla, Joanne onze eerste thuisgeborene, waarbij de verloskundige bijna erbij in bad viel toen ze zag hoe de vader assisteerde bij het voeden, Sabine, Levian, Livia, Estera, Eline, Elara, Aaliyah, Noëlia, Larissa. Een onvergetelijk liedje over jouw naam geschreven is altijd wondermooi; Julia, Jolene, Anna, Zoë; wat ‘leven’ betekent.


Kort of langer, net op een andere manier uitgesproken; Evi, Evine, Finn, Finnley, Xajén, Vajèn, Viënna die klaar is om je hart te veroveren. Thijn met een H ertussen geschreven of de kleine krijgshaftige Tijn zonder. Tim, Tobias, Thomas.

Langere jongensnamen zijn Jezaiah en Alexander, die de tweelingbroer van zijn piepkleine zusje Laura is. Maar zij was niet eens ons kleinste baby’tje, dat was begin december de dappere Milan met zijn krappe kilo, die eigenlijk pas eind februari geboren zou worden. Er is nog een Milan geboren van ruim zes pond en in januari een Milano van bijna zeven pond.

De X deed het dit jaar ook weer goed in de lijst; Xavi,  Dex, Alex, Max, Jax en de dubbele X bij Mexx. De double S bij Tess en Jess. Een duplex letter aan het eind blijft ook blits; Senn. Quinn zette de Q op de kaart; als derde zoon in een dynamisch gezin, en als de vlekkeloos thuisgeboren bolle dochter van vijf kilo schoon aan de haak. ‘Al ons later is met jou.’ Casper kan je ook als Kacper spellen als je naar Polen terugverhuisd bent. In één en dezelfde week hadden we twee jongentjes dit en dat, woensdag voor Sinterklaas Eldad en de vrijdag erna de Turkse Ediz. Op de vijfde december werd er in Zeewolde geen kind geboren, maar we hebben wel Nicodemek uit mei en een Niek in September.

De voornaam speelt een belangrijke rol in het sociaal verkeer. Dit pleit er voor om als ouder iets origineels te kiezen. Dit jaar zijn alle letters gebruikt, we hebben alleen geen naam die start met een U, al hebben we één kindje waar we nooit een naam van hebben doorgekregen, we zullen het Unknown noemen. Meteen na de ziekenhuisbevalling vertrokken moeder en kind buiten onze regio. Ook Riemer vertrok na zijn tijdelijk verblijf in Zeewolde met zijn ouders terug naar Hongarije en de eerste thuisgeborene van 2019, reisde haar vader achterna naar Angola en bij de Venlose Sara bestudeerde Wilke in een vakantiehuisje het vruchtwater, wat door beperkte keuzemogelijkheden, even snel in een botervlootje opgevangen was.
Superkorte pakkende namen hoorden we ook, ‘Grote avonturen beginnen klein.’ Cato, Dana, Lea, Isa, Puc, Roa, Sam, Sem en Sem de brandweersvrouwszoon, Sil, Siem, Ben, Mats en twee keer het ultrakorte maar schitterende Bo. Boaz met een Z op het eind, Joas met de S, Joël en Chloë met de puntjes op de E. Julie en Charlie geschreven met IE. Een andere Lea kreeg als tweede naam Aukje naar haar oma. Kaja, Norah, Lara, Liam, Leon, Sanne en een  elegante langere meisjesnaam is Jennifer.


Nova* schrijven we met een sterretje erbij, het is altijd verdrietig een kindje te missen, al is het veel en veel te vroeg geboren.
Originele, niet vaak gekozen jongensnamen, maar intussen wel klassiekers zijn; Alex, Christian, Ezra, Adam, Levi, Michiel, Robin, Sander, Jelte en Kevin, waar Kenai en Kensi weer uniek en  inventief zijn. Uit alle windstreken van de wereld kwamen de namen; de Poolse Antoni,  de Syrische Abdul en Amir, het Iraanse meisje Nafas, de Oeigoer Yashar wiens naam rijkdom betekent, het Spaans-georiënteerde Sergio, het Afgaanse meisje Kainaat wat staat voor ‘de wereld’ en  met haar voorspoedige aankomst maakte zij de pappa en mamma dolgelukkig.

De meeste ouders zullen bij hun keuze proberen het juiste punt te vinden tussen de behoefte iets origineels of unieks te willen geven naast de wens om het sociaal acceptabel te houden. Bijna niemand zal het prettig vinden om elke keer wanneer men zich voorstelt, de ander verbaasd te zien opkijken. Het is wel zo dat we snel aan een naam gewend raken, omdat we die met de persoon verbinden. Stoere jongensnamen; de standvastige Ethan, jonge strijder Owen de Iers/Schotse Aidan en het uit Schotland afkomstige Logan en boefje Colin die blijkbaar ontsnapt was zoals we het in een signalement op zijn geboortekaart konden lezen. Eigenzinnige jongensnamen; Jaro ‘Je bent geliefd, meer dan je ooit kunt beseffen.’, Igor, Fedde, Pepijn, Stijn, Gerwin en Noud; ook degene die maarliefst vier namen op zijn geboorteaankondiging heeft staan; Sean Vince Evan Noud. Karaktervolle meisjesnamen; Jade, Jera, Juna Luna, Vera, Ella, Emma. De laatst letter in het alfabet; die Z van  Zairo, de kleine eigenwijs die bottoms-up ter wereld kwam. Het was niet ons laatste 2019 kindje, dat werd goudvinkje Finch die voortaan op oudejaarsdag zijn feestje mag vieren.


Roze en blauwe muisjes, felicitaties voor alle baby’tjes. Wij gaan gewoon weer door in het nieuwe jaar, met in juli een tweede kindje voor Kirsten en Eric!
Op naar 2020! Marianne Wilke en Kirsten

Ponycatchers



Op deze normale zaterdag wil ik graag op bezoek bij mijn moeder buiten de polder. Ik hoor dat mijn dochter ook die kant op gaat, dus vraag ik een gezellige lift. Zij heeft één voorwaarde: Als ik help met het installeren van een nieuwe autoradio.
We keken ter voorbereiding een paar tutorials op YouTube en het zag er niet al te ingewikkeld uit. Mijn man schudde meewarig zijn hoofd, toen hij hoorde over onze plannen. Frederique en ik togen naar de auto. Enfin, het lukte ons al niet eens om te oude radio eruit te krijgen. De gouden tip kwam ook van mijn man: ‘Als ik jullie was, zou ik even langs de JWS-garage op het Schepenveld gaan, die zijn op zaterdag open en willen vast wel helpen…’ We gingen meteen.
Ik was met blote voeten in mijn -lekker warme maar iets te grote- pantoffels, het was per slot mijn vrije zaterdagochtend, en we reden langs de rotonde de Sportlaan op. Frederique had elf uur afgesproken, dus we hadden nog een dik uur voor vertrek. We oefenden alvast een keer droog hoe we bij de garage ons zo dringende verzoek zouden inkleden en hoopten op een goedgeluimde chef-werkplaats. Voor ons reed een zwarte auto met een witte trailer, en we zagen opeens, het leek uit het niets, een paardje op de weg vallen.
Zo op zijn rug.
POF!
Een heel paard!
Bruin met dik buikje, lichte manen en pluizige lange staart. Eigenlijk een pony dus. Hij probeerde op te krabbelen, de wagen met aanhanger reed door. ‘Fred! Stoppen!’ riep ik en zwaaide het portier al open. Mijn sloffen liet ik in de auto en stapte met blote voeten op het nattige met herfstbladeren bezaaide asfalt. Het paardje stond intussen op de benen en keek wat verdwaasd om zich heen. Hij hinnikte een paar maal aandoenlijk. Ik greep naar het hoofdstel en tegelijkertijd was er nog een tegenligger-automobilist gestopt om te helpen. Hem herkende ik als aanstaande vader en hij mij als zijn verloskundige. -al was ik incognito, op blote voeten en mijn winterjas over een pyjama- We zeiden ‘hee hoi’ tegen elkaar als in ‘Jij ook hier?’ en grepen het leidsel beter vast. ‘Ik sta midden op de weg, verzet jij anders mijn auto…’ Ik wees verontschuldigend op mijn blote voeten en zei: ‘Laat mij maar hier wachten en zet jij je auto aan de kant.’ Een dame had haar fiets neergegooid om te assisteren. Gedurende de luttele seconden die onze actie besloeg, zagen we het trailertje steeds verder uit het zicht verdwijnen.
‘Blijf jij bij het paardje, dan gaan wij achter de trailer aan!’         
Ik terug in de auto.
‘Follow that car!’
Ik scandeerde van links!-rechts!-links! Als pace-notes door een heuse navigator bij autorally’s. Fred reed als een professionele coureur. Zij was de trailer uit het oog verloren maar ik had hem nog in de smiezen. ‘Links, rechts, daar, daar, rotonde!’ Langs de Coöpsupermarkt, de Kringloop af. Aan het eind van de Boomkleverlaan parkeerde hij. Wij naderden gezwind, we grapten over speurders-duo Sloffie-en-co en vonden het super dat we de voortvluchtige getraceerd hadden.
Hij deed een trailer-zijdeurtje open.
Zijn gezichtsuitdrukking was onbeschrijfelijk hilarisch. We parkeerden achter hem en ik vloog weer uit de auto,
‘Hè meneer, bent u een paard kwijt? Ja, een kleintje hoor.’ en ik wees globaal paardjes schofthoogte aan.
‘Euhm. Ja.’ mompelde hij verbouwereerd.
‘Nou, hij is ter hoogte van de Naarderweg uit de wagen gekukeld. Een vrouw wacht daar op ons, als u achter ons aanrijdt dan wijzen we waar het is.’
Mevrouw en de aanstaande vader stonden gezamenlijk te wachten met het dier, en zo konden we het koppel herenigen.

Door naar de JWS-vakgarage. Daar werden we vlot en vriendelijk geholpen. Nog vol van de adrenaline vertelden wij ons verhaal. Nee, geen baby gevangen, vandaag was het dus een pony. 

@poldervroedvrou

Wet van Murphy


Soms wil je iets, wens je iets, hoop je op iets en dan gaat het hoe dan ook geheel anders dan gedacht. Als verloskundige probeer je een strakke vaste planning los te laten. Je kunt het gehele spreekuur van minuut tot minuut uitstippelen, maar als je eerste zwangere iets te laat verschijnt en iemand opeens op andere dag dan afgesproken in de wachtkamer zit, en een volgende blijkt ruim te vroeg aanwezig, dan heb je opeens een volle wachtkamer. Je wilt toch elke zwangere haar persoonlijke aandacht geven zonder haast; een aankomende bevalling bespreken, alle bloeduitslagen uitleggen, of de termijnecho secuur maken.
Als het heftig regent, hoor ik het op het platte dak tekeer gaan en denk ik aan de dag dat ik een Poolse tweeling ontdekte tijdens een eerste echo; verbijstering, ongeloof, onvoorwaardelijke acceptatie, blijdschap. We feliciteerden mekaar lachend, ieder in zijn eigen taal en we begrepen elkaar desondanks feilloos. Later, die zelfde ochtend, de regen roffelde intussen met buien op de dakpannen, kwam Erica, ongerust want ze verloor iets bloed. We waren stil tijdens het echo-onderzoek, en wat gevreesd was, werd bevestigd. Verbijstering, ongeloof, eindigend in hartverscheurend gehuil waarin acceptatie ver te zoeken was. Ik liet Erica in ons kantoortje wachten tot haar man arriveerde. Mijn spreekuur ging door, de regenbuien ook. ‘When it rains, it pours’ is de uitdrukking, want als laatste die dag kwam de 18jarige Tanya, zwanger worden, was niet haar bedoeling geweest, maar nu het haar toch overkomen was, wilde ze het weg laten halen. Ik bemoedigde haar in haar keuze, zonder te oordelen. Nadat ik haar had uitgelaten, matchte mijn gevoel met de mistroostigheid van de waterplassen op het pleintje voor onze deur.
Verbijstering, ongeloof, zucht… Acceptatie.

We hebben binnen onze verloskundige praktijk een aantal gevleugelde uitspraken, of wetten. Een gevleugelde uitdrukking of gevleugeld begrip is een term of zegswijze die in het algemeen spraakgebruik ingang gevonden heeft en ontleend is aan een min of meer bekende vondst van de bedenker ervan, die daarbij zelf vaak niet meer genoemd wordt zijn woorden zijn hem of haar ‘ontvlogen’. De woorden zijn een eigen leven gaan leiden.
De originele wet van Murphy, toegeschreven aan Edward A. Murphy, luidt ‘If there’s any way they can do it wrong, they will’; als er een manier is waarop ze het verkeerd kunnen doen, zullen ze dat ook doen. Verkorte versie; ‘Anything that can go wrong, will go wrong’; alles wat fout kan gaan, zal fout gaan.
We gaven er onze eigen gevleugelde draai aan; Net als je denkt, ‘ Ach, dat zal vast niet..’ gebeurt het toch met Murphy als onze grootste vriend. Zoals een zwangere die en een afspraak krijgt om haar bevalling in het ziekenhuis te laten inleiden, net enkele uren voor dat geplande tijdstip zijn er sterke weeën en alsnog bevalt ze op eigen kracht. Of andersom; een barende waar alle lichten op groen lijken te staan, maar opeens; ook het vruchtwater kleurt groen. Meconium. Waardoor we alsnog richting verlosafdeling vertrekken.
Ontbijt, lunch, diner, stel ze niet uit, je weet nooit wanneer je weer de kans krijgt om te eten. Daar is Murphy een kei in.
Vliezen die breken exact op het moment dat de warme maaltijd thuis opgediend wordt. Je vraagt de barende: ‘Kan ik nog even afeten?’ Zij denkt van wel, snel werk je het prakje naar binnen, zonder al te veel smaak, want adrenaline neemt de overhand. Tijdens het inparkeren, volgt er een paniekerig tweede telefoontje, nu van de aanstaande vader. Dat hij haartjes ziet! Als je binnenrent, de trap opvliegt richting aanzwellend rumoer, kan je niet anders meer dan hijgend de baby met je blote handen aanpakken.
Verbijstering, ongeloof, acceptatie, onvoorwaardelijk.
Nooit een saai moment in het leven van een verloskundige…

@poldervroedvrou

Trouwschoenen


Ze schrijdt statig de spreekkamer binnen.
‘Ja, let maar niet op mijn schoenen hoor, ik moet ze een beetje inlopen.’
Natuurlijk kijk ik er meteen naar.
Stijlvolle, ivoorkleurige muiltjes met een elegante hak en glimmende gespjes. Het geheel vormt een aparte combinatie met haar korte zomerjeans met modieus-hippe rafelranden en het gebloemde oversized T-shirt wat een tikje slobberig om haar heen hangt. Contrasterende combi, maar daarom grappig.
‘Mooie trouwschoenen Julia, echt prachtig!’ geef ik haar een welgemeend compliment en probeer me meteen voor te stellen hoe het zal voelen aan het eind van de Grote Dag.
Omdat er een echo gemaakt gaat worden, vraag ik haar om op de onderzoeksbank te komen liggen.
Ze maakt aanstalten om de gespjes los te doen, maar ik zeg snel: ‘Hou maar gewoon aan hoor.’ terwijl ik uitnodigend op de bank klop. Aan het voeteneinde ligt, speciaal hiervoor, een matje. ‘En als iedereen met zijn hoofd aan deze kant.’ wijs ik nadrukkelijk, ‘en zijn voeten aan de andere kant gaat liggen, kan er niks gebeuren.’ Het is mijn standaard grap en bespaart ons heel wat gehijg en gesteun. Zeker van de hoogstzwangeren, waarvoor simpel bukken intussen een behoorlijke inspanning is.

Een paar jaar geleden hadden we een een bruid in de praktijk. Ze wilde graag weten of ‘het goed zat’ zodat ze na de ceremonie het grote nieuws zou kunnen brengen ter verhoging van de algehele feestvreugde. Ik had haar beloofd dat ik natuurlijk wel een echo wilde maken op die bijzondere dag, mits ze in trouwkledij naar de praktijk kwam. Zo kwam het dat halverwege de ochtend en een glimmend gepoetste trouwlimousine voor de deur stopte en de bruid, bruidegom, inclusief een fotograaf een originele toevoeging aan hun trouwreportage kregen. De hoepels van de lange jurk gingen omhoog en de echo was ontroerend mooi. Een kleine baby spartelde rond onder de echotransducer, geheel in onwetendheid over wat het leven zou gaan brengen.
‘Een hele mooie trouwdag!’ wenste ik het stel toe bij uitzwaaien en een goed begin van het gelukkige gezinnetje.

Ik vraag of Julia een traditionele trouwjurk in de planning heeft. Maar omwille van de aanwezigheid van de bruidegom wil ze er niet te veel over uitweiden.
‘Laat ik dit verklappen, een tuinbroek past in ieder geval prima bij mijn ivoorkleurige schoenen.’ zegt ze terwijl ze schalks naar me knipoogt.
We berekenen hoever ze zal zijn rond haar trouwdatum, en of ze haar outfit dan nog zal passen. Ze vertrouwt me toe dat er voldoende ruimte in het model zit.
‘Een groeimodel dus.’ grap ik gevat.

Begin van de zomer was er ook een zwangere bruid. De trouwkaart staat bij ons thuis op de kast. Het is namelijk de beste vriendin van mijn dochter. Ze woont niet in het dorp, maar ach, mijn dochter appte mij met de bij ons en op onze verloskundigezeewolde-facebookpagina welbekende hashtag; #jemoederisverloskundige en ‘Mam, mag het?  Ze wil alleen even kijken of het echt zo is!’ en ik ben zeker de moeilijkste niet voor het brengen van prilgeluknieuws. ‘Laat maar komen, en graag met een beetje volle blaas.’

Haar toekomstige man zat eerste rang voor het beeldscherm en reageerde zo memorabel, om kippenvel van de krijgen. Hij verzuchtte verliefd: ‘Ik heb nog nooit zo‘n leuke film gezien.’

 
 
@poldervroedvrou