De Kunst van het Nietsdoen

Jaren geleden liet mijn vader me een krantenberichtje lezen. ‘Echt wat voor jou!’ Het verhaalde over een thuisbevalling versus ziekenhuis, inderdaad, zeer treffend omschreven. Sinds jaar en dag gebruik ik de Vuurtorenmetafoor om mijn metier uit te leggen. Hoe ging het ook alweer precies. Via Google speur ik naar het artikel. Klikklikklik. (Dat gaat makkelijk tegenwoordig.) Juni 1996, Goh, alweer zo lang geleden; auteur Monic Slingeland; krant ‘Trouw’. Omdat het nog altijd rijmt met mijn verloskundige-zijn, quoteer ik haar schaamteloos: ‘Ik zie de kunst van het nietsdoen verdwijnen, dat delicate mengsel van afwachten en opletten dat vroedvrouwen als geen ander beheersen. Een vroedvrouw doet niets, ze is er. Een vuurtoren voor de vrouw die verloren dreigt te raken in de weeënstorm.’ Intussen werk ik al 30 jaar en kan jullie vertellen dat het onzichtbaar ‘niets doen’ best een lastige klus blijkt voor verloskundigen. Zij willen regelen, gerust stellen, regie houden, bemoedigen, zaken bewerkstelligen, organiseren. Iemand heeft pijn en dan wordt een kind geboren. Begeleiden met je handen op de rug, of met een breiwerkje tussen de vingers, het komt er tegenwoordig weinig meer van. Een bevalling in goede banen leiden is geen sinecure. Het verlangen van een zwangere voor zo minmogelijk bemoeienis tijdens de bevalling, uitgaan van je eigen kracht, is iets wat ook alle verloskundigen wensen. Hoe minder ingrijpen, hoe natuurlijker het globaal is gegaan. Geen weeën-opwekkers, geen pijnstillers, ruggenprik, lachgas of Morfinepompje, geen inknippingen, een gezonde baby, geen hechtingen, een moederkoek zonder problemen geboren, weinig bloedverlies, borstvoeding prompt opgang, het ‘gouden uurtje’ voor bonding van moeder en kind, geen hectiek voor kraamvrouw en verse vader. Deze zomer begeleid ik Lilian en Maarten. Zij wil een badbevalling, thuis en als het even kan, met zo min mogelijk interventies. Ze organiseerde een bad, zette het klaar in de huiskamer en toen het zover was, kwamen oma en opa om op oudste dochter te passen. Lilian plonsde het warme water in, Maarten op zijn knieën vlakbij. Vuurtoren Marianne ging spreekwoordelijk op haar handen zitten en aanschouwde vol bewondering het gebeuren. Jullie Poldervroedvrouw moest denken aan die column van mevrouw Slingeland toen Lilian waarmaakte waar vroedvrouwen goed in zijn. Ze bedacht tegelijkertijd de titel voor het aankomende stukje: De Kunst van het Nietsdoen. Het lijkt zo eenvoudig, weinig uitvoeren, maar het is een ware kunst. De raderen draaien constant op volle toeren: wat zou er allemaal verkeerd kunnen gaan, vergeet ik niks, mis ik geen details, is bemoedigend toeknikken werkelijk voldoende. Onze vastberaden Lilian doet het super. ‘Ik wil het, en ik kan het!’ Geweldig om er als toeschouwer bij aanwezig te mogen zijn. Vroeger werd het ‘kinderen op de wereld zetten’ genoemd. Nu begeleid ik een jong stel in de transitie naar het ouderschap. Maarten, die het eigenlijk helemaal niet op bloederigheid heeft, helpt zijn vrouw manmoedig. Hij tast onderwater en heeft het bolletje vast. De geboorte lijkt een ogenblik te stagneren. Lilian kijkt mij aan. ‘Oeeoeoeh, doe iets..’ fluistert ze bescheiden. Ik veer overeind van mijn plek en omvat het hoofdje om de schoudertjes soepel onder het schaambeen door te leiden. Vervolgens laat ik mezelf weer fluks in de kussens van de bank terugzakken. Rosie zweeft het water in. De kraamverzorgster geeft me een handdoek en later een praktisch emmertje voor het opvangen van de nageboorte. Het badwater blijft, behoudens enkele klodders babyhuidsmeer, nagenoeg helder. De navelstreng willen ze pas later doorknippen als oma, opa en grote zus uit de speeltuin terug zijn. Ik maak een foto van het tafereel met het drijvende emmertje, waar ik later weer een tekeningetje van kan maken. #onepictotelitall Moderne verloskunde heeft een nieuwe hippe naam, lees ik in ons vaktijdschrift. ‘Watchful Attendance’ Hoe je onze aanwezigheid ook noemt, een kunststuk blijft het! @poldervroedvrou

Geen opmerkingen: