Buurtgenoot

Stap in, gordels vast en reis deze expeditie allemaal gezellig met me mee. Altijd leuk, een voorjaarsbevalling in mijn eigen wijk, overdag, derde kindje, grappig stel, Geert en Dionne. Vorige keer vlot thuis bevallen. Zeer vlot zelfs, want ze zouden eigenlijk ziekenhuis-bevallen omdat hun zoontje klein werd geschat. Maar dat haalden ze niet. Zij was in de badkamer, baby was er opeens en overal zaten groenige vruchtwaterspetters met her en der een bloedspat erbij. Het stel woonde toen niet in Zeewolde, maar sinds een maandje wel, en dat slechts twee straten van mijn huis. Halverwege de ochtend belde ze over vruchtwaterverlies, geen krampen, goed leven. Nuchter en laconiek als ze is, was ze om vier uur in de nacht wakker geworden van een nat been, om daarna weer in slaap te vallen. Om twaalf uur zag ik inderdaad vocht aflopen, mooi helder, dus dat was al fijn. Goede regelmatige harttonen, alleen nog geen harde buiken of krampen. We spraken af om in de avond opnieuw te checken, of eerder bij adequate weeën. Om vier uur belde ze. Natuurlijk was ik net helemaal aan de andere kant van het dorp in plaats van die twee straten verderop. Dionnes melding was kort maar krachtig: ‘Ooooeh! Meteen heftige weeën!’ Met gas op de plank terug dan maar. Jullie hadden de gordels al vast toch? Merken jullie ook eens hoeveel drempels de Zeewoldense-woonwijken hebben. Aankomst: kwart over vier. Heftig puffend ligt ze op bed, er is voor zover ik kan bespeuren al flink veel ontsluiting. Geert krijgt de opdracht om direct een kraamverzorgende te laten komen. Hij is, zo te zien, al goed bezig, want hij heeft de nieuwe vloerbedekking volledig afgedekt met grote grijze aanelkaargeplakte vuilniszakken. Hij had het badkamerspetterspektakel van groene en rode vlekken nog vers in zijn gedachten. Hun bed staat niet op klossen, sterker nog, er zitten geeneens pootjes onder. Een gigantisch witleren gecapitonneerd hoofdboard met daarbij een idem luxe brede bedrandombouw wat mij de comfortabele ruimte geeft om met één bil op de rand plaats te nemen in plaats van op de knieën ervoor. Het is half vijf. Dionne perst en zucht dynamisch en luidruchtig, het hele lijf doet mee, inclusief de stembanden. Ze draait alle kanten op en ligt op een gegeven moment helemaal overdwars. Na een kort en zo direct nader te beschrijven intermezzo, volgt een vlotte geboorte in zijligging. 16:39u Hier het intermezzo in het heetst van de strijd. Check jullie veiligheidsriemen! Enkele minuten na half vijf, als Dionne net voluit durft te persen: ‘Dingdong!’ De voordeurbel. Ik denk; Kraamzuster! Ren de trap af, ruk de voordeur open, zie een vrouw staan met grijze haren en een vragend gezicht. Terwijl ik me omdraai om terug naar boven te vliegen, mompel ik dat het kind op het punt van geboren staat. Bonkbonkbonkbonk. De dertien treden in vier sprongen, ritselritselritsel, de vuilniszakken, dan sta ik weer naast het bed en zie haartjes. Ik verwachtte dat de hulp me zou volgen, maar ik hoor niks van simultaanbonken in het trappenhuis. ‘Joehoe kom maar boven!’, roep ik, en mopper richting Geert en Dionne: ‘Waar blijft ze nou?’ Een volgende wee laat op zich wachten, Geert vraagt of hij zal kijken. ‘Prima, maar snel weer boven komen hoor…’ Bonkbonkbonk, hij kan het in drie, huiskamerdeur open, en weer dicht, voordeur open, voordeur weer dicht, wc-deur open. ‘Nee?!’ Nu ben ik degene met het vraagtekenhoofd. ‘Huh?’ BonkBonkBonk, ritselritselritsel, plof, terug op bed. ‘Nee, er was niemand…’ Dan was het niet de kraamzorg, maar een wildvreemde aanbeller? Enfin, een volgende perswee: ‘Zet ‘m op meid, pers maar door!’ Een schattig ventje wordt geboren, Jameson, bijna zes pond. Vlak na de geboorte van de placenta, ‘Dingdong!’ de bel. Opengedaan door papa Geert deze keer, stapt de echte kraamverzorgende binnen. De ‘wilde bezoekster’ scheen de buurvrouw te zijn geweest. Zij hoorde zoveel kabaal bij haar nieuwe buurtjes en dacht dat ze misschien ergens mee kon helpen. Ach, beter een goeie buur(tgenoot), dan een verre vriend hè. Welkom in Zeewolde! @poldervroedvrouw

Een babyboom in het Coronajaar 2021

Wat een jaar was het! Vanaf één januari tot en met 31 december hoorden we de 2021-babynamen voorbijkomen. De Coronapandemie beheerste ons land het jaar rond, startend in lockdown en eindigend in lockdown, vaccineren, boostervaccinaties, volle verlosafdelingen en baby’s, baby’s, baby’s. Er wordt gesproken van een heuse babyboom, het aantal geboortes nam landelijk met 5,5% toe. Ons kleurrijke geboortekaartjesboek is wederom goed gevuld. 220 namen werden gegeven in dit provincieplaatsje. De A is van Aaron, daar beginnen we het alfabet mee, we denken meteen aan de heftige sneeuwval die dag. De eerste originele Zeewoldense thuisgeborene werd op acht januari dochter Jara. Tijdens de top 2000 kwam een popsong van DoeMaar voorbij, minstens achttien meisjesnamen werden genoemd, het liedje is uit de negentigerjaren, maar nul daarvan staan in onze huidige lijst. Nu zou het in plaats van Marjan, Elsje en Truus ongeveer als volgt gaan: Selina, Jinthe, Juul, Elodie, Mae en Fay, Ella, Elena, Elvira, Kate, Kiki, Nikki en Josefien Manouk, Marlou, Milou, Merlot en de kleine Sophie. Wat een veranderingen tussen moeders van toen en dochters van nu. Mooie combinaties waren er verscheidene; Amine Sueda, Faela-Nora, Sydney Sanny, Novi-Loë, Rojaiveyo, Noureddien. Melodieuze namen als Valentino, Nathanaël, Gabriel, Daniël, Emmanuel, Rosaléne, Rosaley, Romé, Philène, Lorèn, Michaela, Iliyas, Viviënne, de varianten Vajenna, Vayen, Vayenna. Altijd nadenken over de y, wel-of-geen puntjes en welke richting het streepje. Onbekende variaties zoals Konstanty, Maksym en Szymon uit Polen, de Eritrese Admas en Sened, verder Janan, Beyza, Faizaan, Eliz en Elif, Siyar, Youssef, Lya, Abrahim, Talia en de verrassende keuze van een trotse Afghaanse vader: meisje Sabrina na drie zoons. De Roemeense jongetjes Octavian en Dragon. Lekker Hollands, kort en nooit ontbrekend in de lijst; Cas, Tim, Bram; zo lief zo mooi zo klein, Bob en een paar keer Daan, zelfs nummer drie in de landelijke namenlijst. Het was ook bij Daan, waar onze nieuwe waarneemster haar eerste boerenthuisbevalling meemaakte. Welkom in de polder! Sam en Moos zagen we ook meerdere malen. We noemen Kian en nog een Kian; de zoon na drie boerendochters. Kris, Owen, Hidde, Huub, Sven, Sev, ferm en kordaat. Geboortekaarten waren minstens zo gevarieerd. Veel vierkante exemplaren, groen, donkerblauw of oudroze, met gouden letters, fraaie silhouetten als afbeelding op het kaartje geïnspireerd op het ontstane gezinnetje. Sara tweemaal, Emma scoort in Zeewolde ook hoog, maar liefst drie dit jaar, bijna overtroffen door Olivia in combinatie met de helft van een tweeling: Livia, zusje van Fay, welke naam ook incidenteel als Faye gespeld werd. Dikwijls telden we Finn, Finny of Fynn in al die variaties, maar in ons dorp spant Milan de kroon met vier meldingen. Kort maar krachtige meisjesnamen Maud, Saar, Beau, Fleur en Faith die beslist een paar hele mooie namen erbij kreeg: Hope Blessing; Geloof, hoop en een zegen, wat we allemaal zeker wensen tijdens deze pandemietijden. De meest gebruikte voorletter is de J; Jula, Julie, Jule, Julia ieder jaar wel ergens in de top tien, Jaydee, Jaylinn, Janita. Voor jongentjes; Julian, Jaimy, Jens met zijn robuuste-uiltjeskaart, Jesse, Joël die door een walvis gebracht werd, Jylano en Joey. Categorie originele spelling met een dubbele laatste medeklinker; Tess, Jaxx, Riff, Sepp en Quinn in de sneeuw van Februari. Lex, Nolan, Niek, Elia, Björn. Eigenzinnige jongensnamen; River, Brent van ruim negen pond, Bodhi, Rio, Atlas, Ace de hoogste rang, Ciro wat zon betekent, Caleb, Tristan, Monte, Parker van bijna vijf kilo ‘zoon en broer, lief en stoer’. De supersnelle Kennedy en Mikai; de lieve zoon van onze Roemeense tolk/vertaler. Viggo, verstekeling Boris, Bulgaarse Victor, de neefjes Vince en Liam, die hun overgrootouders voor de zoveelste keer blij maakten, Poolse Bruno, Rijk met zijn eigen ex-art. 1:4 jo 1:5 en eentje die niet bang is: Bennie. Er werden meer tweelingen geboren door het hele jaar heen, Aron&Elvira, Damian&Vajenna, Jax&Sam en Meghan&Owen, met als saillant-detail: net voor en net ná middernacht geboren, ieder zijn eigen geboortedatum. Menno kwam uit een Dinosaurus-ei, Sterre kwam met paard en wagen en we zagen Maeson en Mason in de wieg liggen. Macy had een schattig roze uiltje op de kaart en bij Benthe waakte Bambi. Merel, Hazel, Guusje, Amber, Mia, Eva, Clara en op Fenna zijn ze ‘zooooo verliefd’, Nora, Nova en allemaal charmante meisjesnamen. We lazen lieve zinnetjes op geboortekaartjes: ‘Ook voor de tweede keer ontroerd het weer!’ en ‘Lief nieuw begin, welkom bij ons gezin!’ We zagen vosjes, olifanten, leeuwen, panters, of zelfs hele dierenrijen op aankondigingskaartjes hetzij op het babykamerbehang. Lux heeft straks de keuze uit zeven broers en zusjes, Timon landde in een waar zussenparadijs. Sieme kan prima met zijn broertje kattenkwaad gaan uithalen en Oscar was het antwoord op alle verhoorde gebeden. Meisje Sam en ook als jongensnaam Sam raket en ‘al het mooie in de wereld, overtref jij moeiteloos’ een Girafje vergezelde Sam* op zijn persoonlijke, ontroerende aankondigingsbericht. Anthony*, Max* en Mitchel* zijn ook kindjes met een sterretje erbij, zo klein, maar wel in liefde een eigen naam ontvangen, zij worden onnoemelijk gemist. Alle letters van het alfabet zijn dit jaar gekozen, behalve weer de U,tenminste… 1 kleintje kreeg door omstandigheden geen naam van de mamma, verdrietig voor haar, maar ook deze aangelegenheid deed zich voor in Zeewolde. We zullen hem Unknown noemen. De L is goed vertegenwoordigd; De meiden: Lara, Leyna, Lieke, Linsey, Lotta en Lena, waar we eveneens een Nela spotten. Lilou met als tweede en derde naam Graciënna Noëlle erbij, prachtig toch… De L-jongens; Logan, ‘jij bent ons geluk’ Lucas en Luuk. X,Y,Z present: Xavi, Yara, Yke en Yuna, die naar een Tiny house verhuisde en Zoë die weet waar je de mosterd haalt. In de laatste maand eindelijk toch nog een naam met de W van Wessel, zijn ouders moesten helemaal naar Almere rijden, het is wat met de volmeldingen in de regio. Of recentelijk stroomuitval in ziekenhuis Harderwijk, waardoor Valentijn ook in Almere ter wereld kwam. Deze namenreeks wilden we jullie ook niet onthouden: Ryan, Ayden, Kayla, Alya, Nayra, Maya, als ze later maar niet allemaal bij elkaar in de klas komen. Wij wensen jullie allen een goed 2022! Marianne, Wilke, Kirsten en Lisanne.

Wereldlichtjesdag

Dit stukje bos bewandel ik wel vaker, voor ik er erg in heb tuimelen mijn gedachten om en om naar speciale herinneringen. Het is een brede brandgang met opgeschoten gras en stekelige brandnetels, dichte struiken aan beide kanten in herfstige tinten, ronddwarrelend blad in alle schakeringen van bruin, oranje en rood. Met headphones op luisterde ik hier enige tijd geleden mee tijdens de afscheidsdienst van een vriend. Tijdens coronatijden liep ik er ter nagedachtenis aan mijn oudoom waar praktisch gezien slechts door een klein gezelschap afscheid van genomen mocht worden. Het bos ruikt naar herfst, ik hou van de relaxte sfeer die er hangt, zeker om alleen te zijn met mijn mijmeringen. In stilte huilen werkt soms bevrijdend, niemand die het ziet, behalve misschien mijn twee hondjes. Dan struikel ik. ‘Sodemieter!’ een krachtterm ontsnapt me. De hondjes snuffelen bezorgd aan hun baasje. ‘Het gaat wel hoor jongens, gelukkig niet in de brandnetels.’ Vanwege het gevallen blad, zie je de hobbeligheid en verstopte kuilen bijna niet. Of ik liep slecht op te letten. Met één natte, bemodderde knie vervolg ik het pad. Herfst is een fijn jaargetijde. Wintertijd, voor je het weet is het Sinterklaas, gevolgd door Kerst en het nieuwe jaar. Wereldlichtjesdag. Mijn gedachten-tuimelaar houdt abrupt halt. De tweede zondag in december (12-12 2021) is dit jaar de dag van het overleden kind. Wereldwijd komen mensen bij elkaar om overleden kinderen te herdenken. Zij steken om zeven uur in de avond een kaarsje aan. Door de verschillende tijdzones op onze planeet ontstaat hierdoor een golf van licht, zodat de aardbol een beetje lichter wordt voor de mensen die hun kleintje hebben verloren en daarbij mogen beseffen dat ze niet alleen zijn met hun verdriet. Dit boslaantje leent zich reuze voor mijn overdenkingen, mits ik op blijf letten voor valkuilen en plassen. Ieder jaar heeft ons dorp wel een aantal geboorten van kindjes die niet zullen opgroeien tot volwassen individuen. Zoontjes en dochtertjes die enorm worden gemist en voor eeuwig in harten bewaard. Ik denk aan de bescheiden plekjes op de begraafplaats, de kleurige ballonnen die werden opgelaten, ik denk aan de keer dat ik naar een crematie ging. Hoe dapper de jonge mensen die dit overkomt zonder uitzondering zijn. Ga er maar aanstaan, net bevallen en dan alles, wat je never-nooit bedacht had, organiseren. Allerlei aangelegenheden en momenten passeren de revue. Ik denk aan de bijzondere geboortekaartjes die gemaakt werden soms om de start van het leven tegelijk met het verdriet van verliezen aan te kondigen. De namen die gegeven werden om geliefde kindjes voor altijd bij hun eigen naam te kunnen noemen. Gedichtjes die erbij afgedrukt staan, tekeningen die worden gekozen, een lief lettertype, inventief kleurgebruik, natuurtinten of zachtroze, babyblauw, zilver, goud. Bewonderenswaardig hoe je van een dergelijke bedroevende gebeurtenis toch nog zoiets schitterend-moois kan maken. Een enkele dag per jaar om te herdenken is natuurlijk nooit genoeg, zelfs een dagelijkse bos-brandgang zal nimmer voldoende zijn voor de jonge ouders. Onwerkelijk voor een ieder het niet heeft meegemaakt. Nu zit er een versje in mijn hoofd, hoe ging het ook alweer precies? Hardop declameer ik het daarom. In mijn peutertijd ooit geleerd, maar eveneens op een indrukwekkende geboorte-overlijdensannonce gelezen. Hoger dan de blauwe luchten en de sterretjes van goud woont de vader in de Hemel die van alle kinderen houdt. Vervolgens probeer ik het te zingen, de melodie is mij bekend, maar kan geen toon houden. Ook omdat een brok in mijn keel het me moeilijk maakt. In het ruisende bos beeld ik me in dat een ijle meisjesstem het liedje zingt. Opgelucht dat alleen de hondjes zullen opmerken hoe ik naarstig in mijn zakken zoek. ‘Nee, jongens,’ snotter ik, ‘geen hondensnoepjes dit keer, ‘t is alleen m’n zakdoek. Maar jongensjongens, wat een verdriet…’ @poldervroedvrou

De Kunst van het Nietsdoen

Jaren geleden liet mijn vader me een krantenberichtje lezen. ‘Echt wat voor jou!’ Het verhaalde over een thuisbevalling versus ziekenhuis, inderdaad, zeer treffend omschreven. Sinds jaar en dag gebruik ik de Vuurtorenmetafoor om mijn metier uit te leggen. Hoe ging het ook alweer precies. Via Google speur ik naar het artikel. Klikklikklik. (Dat gaat makkelijk tegenwoordig.) Juni 1996, Goh, alweer zo lang geleden; auteur Monic Slingeland; krant ‘Trouw’. Omdat het nog altijd rijmt met mijn verloskundige-zijn, quoteer ik haar schaamteloos: ‘Ik zie de kunst van het nietsdoen verdwijnen, dat delicate mengsel van afwachten en opletten dat vroedvrouwen als geen ander beheersen. Een vroedvrouw doet niets, ze is er. Een vuurtoren voor de vrouw die verloren dreigt te raken in de weeënstorm.’ Intussen werk ik al 30 jaar en kan jullie vertellen dat het onzichtbaar ‘niets doen’ best een lastige klus blijkt voor verloskundigen. Zij willen regelen, gerust stellen, regie houden, bemoedigen, zaken bewerkstelligen, organiseren. Iemand heeft pijn en dan wordt een kind geboren. Begeleiden met je handen op de rug, of met een breiwerkje tussen de vingers, het komt er tegenwoordig weinig meer van. Een bevalling in goede banen leiden is geen sinecure. Het verlangen van een zwangere voor zo minmogelijk bemoeienis tijdens de bevalling, uitgaan van je eigen kracht, is iets wat ook alle verloskundigen wensen. Hoe minder ingrijpen, hoe natuurlijker het globaal is gegaan. Geen weeën-opwekkers, geen pijnstillers, ruggenprik, lachgas of Morfinepompje, geen inknippingen, een gezonde baby, geen hechtingen, een moederkoek zonder problemen geboren, weinig bloedverlies, borstvoeding prompt opgang, het ‘gouden uurtje’ voor bonding van moeder en kind, geen hectiek voor kraamvrouw en verse vader. Deze zomer begeleid ik Lilian en Maarten. Zij wil een badbevalling, thuis en als het even kan, met zo min mogelijk interventies. Ze organiseerde een bad, zette het klaar in de huiskamer en toen het zover was, kwamen oma en opa om op oudste dochter te passen. Lilian plonsde het warme water in, Maarten op zijn knieën vlakbij. Vuurtoren Marianne ging spreekwoordelijk op haar handen zitten en aanschouwde vol bewondering het gebeuren. Jullie Poldervroedvrouw moest denken aan die column van mevrouw Slingeland toen Lilian waarmaakte waar vroedvrouwen goed in zijn. Ze bedacht tegelijkertijd de titel voor het aankomende stukje: De Kunst van het Nietsdoen. Het lijkt zo eenvoudig, weinig uitvoeren, maar het is een ware kunst. De raderen draaien constant op volle toeren: wat zou er allemaal verkeerd kunnen gaan, vergeet ik niks, mis ik geen details, is bemoedigend toeknikken werkelijk voldoende. Onze vastberaden Lilian doet het super. ‘Ik wil het, en ik kan het!’ Geweldig om er als toeschouwer bij aanwezig te mogen zijn. Vroeger werd het ‘kinderen op de wereld zetten’ genoemd. Nu begeleid ik een jong stel in de transitie naar het ouderschap. Maarten, die het eigenlijk helemaal niet op bloederigheid heeft, helpt zijn vrouw manmoedig. Hij tast onderwater en heeft het bolletje vast. De geboorte lijkt een ogenblik te stagneren. Lilian kijkt mij aan. ‘Oeeoeoeh, doe iets..’ fluistert ze bescheiden. Ik veer overeind van mijn plek en omvat het hoofdje om de schoudertjes soepel onder het schaambeen door te leiden. Vervolgens laat ik mezelf weer fluks in de kussens van de bank terugzakken. Rosie zweeft het water in. De kraamverzorgster geeft me een handdoek en later een praktisch emmertje voor het opvangen van de nageboorte. Het badwater blijft, behoudens enkele klodders babyhuidsmeer, nagenoeg helder. De navelstreng willen ze pas later doorknippen als oma, opa en grote zus uit de speeltuin terug zijn. Ik maak een foto van het tafereel met het drijvende emmertje, waar ik later weer een tekeningetje van kan maken. #onepictotelitall Moderne verloskunde heeft een nieuwe hippe naam, lees ik in ons vaktijdschrift. ‘Watchful Attendance’ Hoe je onze aanwezigheid ook noemt, een kunststuk blijft het! @poldervroedvrou

Raketje

Wat twijfel waar ze wil gaan baren. In het geboortehuis of in haar eigen woning. Vorige keer was het best snel gegaan. ‘Ik laat het wel van het moment afhangen…’ was wat ze zei op het spreekuur. Zo parkeer ik op een warme zomeravond voor de deur van Mariska en Fred. Bij ons in de straat was de IJscoman al langs geklingeld, het typerende geluid van zijn aanhoudende ‘plingplingplongplingplingplong’, maakte het ultieme zomergevoel in mij los. Van het ene op het andere been huppend, tref ik Mariska in de huiskamer. Het doet mij denken aan een Ierse folkloredans, ze glimlacht erbij en verontschuldigt zich: ‘Zo staand bewegen tijdens de wee gaat me het gemakkelijkst af.’ ‘De vliezen zijn volgens mij net gebroken!’ en inderdaad zie ik nattigheid op de plavuizen. Het ziet er al heftig uit en ik besluit meteen kraamzorg te bestellen. Over ‘waar te bevallen’ wordt niet gerept. Hier zijn we op de goede plek, is mijn conclusie. Boven onderzoek ik Mariska. ‘Nog niet eens zo heel veel ontsluiting, blijf maar lekker rondlopen.’ Ze vraagt of ze onder de douche mag.’ Dat is een eersteklas idee, het stromende water brengt je lijf helemaal in de flow. Prima.’ Vol goede moed begint ze aan de tropische Riverdance-variant onder de regendouche, al waterstampend komt ze wee na wee dichter bij de zo gewenste volledige ontsluiting. De kraamverzorgster komt op de fiets. Er schijnt ook een leerling te komen van verder weg. ‘Nou, het zal mij benieuwen wie er het eerste is, die kraamzorg of jullie baby,’ zeg ik optimistisch. Stamp-puf stamp-puf-stamp-puf hoor ik vanuit de douche. Die zit lekker in het ritme. Fred en ik zitten samen op de badrand. Fred reikt haar af en toe drinken aan. Mariska voelt zich bibberig, waarschijnlijk van de inspanning. Ze zou wel wat energie kunnen gebruiken. Ik vraag wat ze wil of wat er in huis is. Zoete ranja, Dextro-energie, iets met suiker? Fred denkt mee, wat zal in deze fase van de ontsluiting goed vallen en de benodigde energie geven. ‘Een ijsje?’ ‘Ja!’ zegt Mariska; ‘Een raketje, daar heb ik zin in.’ Fred is al onderweg naar de keuken om er eentje uit de vriezer te vissen. Even later staat mijn bevallige barende al ijs-happend onder de douche. Het rode topje gaat er als eerste in één beet af. Dit heb ik in mijn 30 jaar verloskundige-zijn niet eerder zo meegemaakt. Hoe heerlijk. Stamp-hap-stamp-puf-stamp-hap. Bij een forse wee geeft ze het stokje kort aan Fred, om zich te kunnen concentreren op de heftige kramp. De warme douche is lekker, zegt ze, maar het koude ijsje is nog lekkerder. Stamp-hap-puf-hap-stamp, als een estafettestokje wordt het ijsje rond gegeven. We zijn intussen aan het lichtgele gedeelte, oranje is ook al volledig verdwenen. Ze zuigt verwoed aan het bredere onderstuk. ‘Hmmm heerlijk.’ Ik hoor haar meer en meer grommen tijdens de wee, voor mij een teken dat de volgende fase eraan zit te komen. ‘Als je ijsje op is, moesten we maar eens richting kraamkamer…’ Dingdong. De leerlingkraamverzorgende is gearriveerd. En hoe! Haar TomTom had het begeven, paniek! Tot ze een ploeg brandweermannen spotte langs de route. In haar splinternieuwe helderwitte uniform sprak ze de mannen liefjes aan. ‘Weten jullie misschien de weg in de nieuwste wijk?’ Zij boden spontaan aan voor te rijden. TatuuTatuu. (Haha, nee dat nog net niet, al had dat voor het verhaal vast leuk geweest.) Brandweerman Sam vloog over het asfalt, en zo kwam zij precies op tijd voor haar eerste thuisbevalling. Als even later Arnoud geboren wordt, zijn we allen ontroerd, ieder om eigen redenen. Fred vanwege de voorspoedige geboorte van zijn zoon, Mariska omdat ze zo dapper de klus klaarde, de kraamverzorgende omdat ze vanuit haar ooghoeken de ontroering van haar leerling opmerkt, de kraamverzorgsterinwording die beseft dat zij echt het mooiste beroep gekozen heeft, en ik… omdat alles weer zo plezierig op zijn plek valt! @poldervroedvrou

Verloskoffer

Dertig jaar verlos ik intussen al in Zeewolde. Vier verlostassen heb ik versleten, terwijl mijn haar van donkerblond via wat omwegen naar asgrijs kleurde. Het begon met een blonde student die voor het afstuderen een gewichtig-uitziende ouderwetse dokterstas kreeg van haar trotse ouders. De tas zag er werkelijk prachtig uit, maar bleek onhandig in het gebruik met zijn markante originele koperbeslag waar soms helaas, als ik niet goed oplette, mijn panty aanhaakte. Hij was ook iets te klein, ik moest er een grote shopper naast hebben voor de voorraad disposables en een beige onhandig kunststof kratje voor mijn zuurstofapparatuur. Helaas is die tas gestolen uit ons studentenhuis, het spuuglelijke kratje (met zijn -voor studenten zeker- peperdure inhoud) lieten ze gelukkig staan, maar: exit verlostas nummero uno al voor de eerste baby geboren was. Bij de volgende koos ik voor een praktisch exemplaar, het model laat zich het best omschrijven als ‘viskoffer’. Bruin, hard plastic, degelijk, stevig, niks romantisch aan. Uitgeklapt gaf hij een ordentelijk zicht op mijn volledige uitrusting. Alles trapsgewijs voor het grijpen. Als je hem netjes bijhield paste tout er formidabel in en je kon er zelfs probleemloos op zitten. Een viskoffer in de kofferbak, een paar hengels erbij en niemand zou vreemd opkijken. Na een flink aantal jaren begonnen de slotjes het te begeven en viel mijn oog op een nostalgisch model dokterstas, stemmig glanzend bruin leer met, in deze moderne versie, een elegante zwarte sluiting en een ruim zijvak voor handschoenen. Mijn haar werd met steeds kortere tussenpozen geverfd, uitgroei vond ik vreselijk. De benodigde zuurstof ging voor de veiligheid in een aparte blauwe canvaskoffer, omgeven met een passende foam-vorm en een handzaam hengsel om hem makkelijk, bij wijze van schoudertas, mee te zeulen. Het blijft een hele toer zo met volle bepakking, zeker indien de barende op zolder verblijft. Goed voor de conditie zullen we maar zeggen. Na een aantal jaren werd het weer tijd voor iets nieuws. De dokterstas moest vervangen. Ik heb de tas niet weggedaan, soms bij lezingen of boekpresentaties gebruik ik hem bij wijze van etalage, met de houten toeter om het hartje te luisteren, een koperen unster en mijn oude bloeddrukmeter uit 1986. Tegenwoordig heb ik er een handige compacte visitetas extra bij, met doptone, O2meter en stethoscoop. Verloskoffer 2.0 werd de beproefde vis/gereedschapskist-formule qua uitklap-scharnieren, maar er op zitten durfde ik niet meer. Wat indirect ook met mijn eigen 2.0 formaat te maken had. Het was een mooie donkerblauwe canvastas, hij klapte superhandig uit, was in samengevouwen toestand reuze praktisch en klein, en toch paste alles er moeiteloos in. Alleen het canvas bleek niet het allersterkste materiaal om mijn gesleep en gegooi in en uit de kofferbak aan te kunnen. Bij een bevalling naast bed, omdat barende vanwege heftige rugweeën onmogelijk kon liggen, wurmde ik me tussen verwarming en nachtkastje, deed mijn geblondeerde haar in een nette knot, en gebruikte de tas bij wijze van krukje. Ik hoorde hem kraken in zijn voegen. De baby werd gelukkig razendsnel geboren. Note to myself: Canvas is niet om op te zitten. Tot slot de Pizzabag: Inmiddels heb ik namelijk een hele hippe ergonomisch verantwoorde rugzak, de heuse ‘Rescuebag’, signaalkleurig oranje met reflecterende biezen, geheel matching met mijn huidige look. Wij togen naar Ameland voor een mini-wandelvakantie om de rugzak uit te proberen. Gevuld met de doorsnee bagage compleet met een lekkere fles Bordeaux klemvast in een speciaal houdertje. Hij was handig en stoer tegelijk, Je kunt hem overzichtelijk inpakken met verschillende gekleurde moduletasjes met klittenband. In één oogopslag zie je wat je nodig mocht hebben. Rood voor zaken betreffende bloed, geel voor alles wat met urine te maken heeft, en blauw voor infuusbenodigdheden. In de speciale houder zit natuurlijk geen wijn maar de zuurstofcilinder met beademingsballon en o2masker. Ooit hadden we een stagiaire die (heel bleu) veronderstelde dat het een thermisch-geïsoleerde Pizzabezorg-koffer betrof en toen een jonge vader de koffer galant naar de auto sjouwde noemden we hem dan ook gekscherend ‘de pizzabezorger’, er zijn nog foto’s van. Mijn mascotte is Esmeralda, een plastic figuurtje uit ‘de Klokkenluider van de Notre Dame’. Per ongeluk onderin de tas terecht gekomen, reist ze sinds 1996 met me mee. Bij een nieuwe tas wordt Essie gewoon meeverhuisd als talisman, ze laat me glimlachen. In de spiegel spot ik mijn grijze coupe, en dat geeft me een brede grijns. Time Flies. @poldervroedvrou

De oude doos



Wat is een semafoon?
Wat zijn kwartjes?
 Wat is een telefooncel? 

Er was eens een tijd, dat mijn leven bestond uit een piepende semafoon en een hand vol kwartjes in de broekzak. Als de ‘pieper’ afging, veerde ik een halve meter in de lucht, zocht zo snel mogelijk een telefooncel, belde de alarmcentrale en vernam het adres waar er in barensnood op me gewacht werd. Later liet ik een telefoon in mijn auto inbouwen met een stoere lange antenne op het dak. Een geweldige uitvinding die zijn dienst al op de eerste dag van ingebruikname bewees.

Ik reed het dorp uit voor een kraambezoek in het buitengebied en hoorde via de centrale over heftige weeën bij ene familie de Groot. Aha, Hanneke en Eric. Ik toetste hun nummer in (van Handsfree had nog niemand gehoord) en kreeg een hijgende Hanneke aan de lijn. Haar zware manier van ademen deed mij subiet keren en met gas op de plank over de drempels in de nieuwbouwwijk hopsen, tegelijkertijd joelde ik handige instructies voor de barende in de hoorn, zoals: puffen-op-de-zij, inademen-door-de-neus, rustig-aan, je-doet-het-goed en ik-ben-er-zo. Zij riep: ‘Oeeeh!’ en gaf me door aan Eric. De aanstaande vader commandeerde ik over een sleutel in de voordeur, de verwarming omhoog en het optrommelen van een kraamverzorgster, bovendien kon ik hem geruststellen want huize de Groot kwam in zicht. Ik parkeerde schuin op de stoep en arriveerde op die manier zonder enig tijdsverlies en zo ook de kleine Rebekka.

Wie zou er destijds geloofd hebben, dat er tegenwoordig niemand meer zonder zijn [in de broekzak-passende] mobieltje de straat op gaat.

Vandaag begeleid ik een gezellige huiselijke baarkrukbevalling. Een spiegeltje waar ik normaliter af en toe mee om het hoekje kijk, is niet aanwezig. Lumineus idee! Ik zet mijn iPhone op filmen en richt hem zo dat ik perfect zicht heb op het vorderen van de geboorte. ‘Nou,’ grapt manlief, ‘volgende keer kan je gewoon thuisblijven, dan stel ik de camera in en hoor ik wel van afstand van je hoe ik het allemaal moet doen.’ 

‘Tuurlijk,’ speel ik mee, ‘dan hebben ze daar vast een app voor uitgevonden!’

Moeders zegt: ‘Oehhh! Let oooop!’ Ik leg mijn telefoon snel buiten spetterafstand, want daar komt het hoofdje, baby passeert op de ouderwetse manier, moeders grijpt en pakt en drukt het kindje onvoorwaardelijk aan haar borst. Hands-On-moederliefde. Aan die techniek verandert niets. 

@poldervroedvrou


Dit was een kort verhaaltje uit de oude doos. De iPhone-bevalling in 2010 klinkt al als heel lang geleden. Hoe ik startte in 1990, zonder mobiele telefoon, was zelfs in een vorige eeuw. Wat vliegt de tijd. Onvoorwaardelijke moederliefde is gelukkig iets van alle tijden. De columns die ik voor de BlikOpZeewolde schrijf, geven de lezers op een luchtige manier een inkijkje in het bestaan van een dorpsverloskundige. Zo verzamelde ik alweer 10 jaar belevenissen. Volgende keer een bijzondere feestelijke special om dit te vieren!