Haastige spoed



 
Het begint allemaal met een telefoontje over weeën en vruchtwater.
Ik vertrek met mijn stagiaire.
‘Fasten seatbelts Martha!’
Ik achter het stuur en zij gaat me voorlezen uit het grote boek. Wat is er bekend over deze barende, en wat is relevante informatie  voor ons verloskundigen? Ieder detail kan een leermoment zijn voor een aankomend vroedvrouw  als Martha en daarom staat alles wat we willen weten per cliënte op alfabetische volgorde gerangschikt in een enorme felrode klapper, ook wel [vrij naar Sinterklaas] ons “Grote Boek” genoemd.
‘De J van de Jong Martha. De Jong,’ spoor ik haar aan. Bladeren meid, kom op, denk ik erbij.
Ik ken mijn haast, want ik herinner me Ankies vorige bevalling haarscherp, daar heb ik geen boek voor nodig. Gas op de plank richting schildersbuurt. Martha heeft het gevonden en ik hoor: ‘Zeven september uitgerekend. A. de Jong- Versloten,  Ankie en Charl.  Gravida drie Para twee, Babette, Nadine, euhm,  Ruisdaalho…’
‘Ja, schildersbuurt, nieuwe wijk.’
Martha vertaalt haar bevindingen naar gewoon Nederlands en vat het samen.
‘Het is vandaag de vierde, dus, drie dagen voor haar uitgerekende datum, en derde kindje op komst, haar bloedgroep is...’
Ik wil meer horen, andere info, gaat ze vinden wat nu echt relevant is: ‘Prima, prima,’ onderbreek ik haar dan ook, ‘en verder?’
‘Kaa Ie Bee?’ mijn stagiaire vraagt zich af wat de toevoeging KIB inhoud.
Juist.
‘Kind In Bed. Martha, zij is vorige keer zo snel bevallen dat de verloskundige te laat arriveerde.’
Rotonde in zijn vier, ruitenwissers hoogste stand, het is donker en het giet.

Met mijn hoofd tussen de kraag van mijn jas gedoken, en Martha voorop, met de rode map bij wijze van paraplu boven haar hoofd, rennen we langs de voordeuren, het is een hofje, de auto parkeerden we aan de kopse kant.
De eerste de beste deur die op een kiertje staat rennen we binnen.
In de huiskamer op de bank zit een man voor de televisie. Hij heeft zijn voeten op de salontafel, een biertje staat ernaast. Hij kijkt het achtuurjournaal.
‘Goeienavend.’
‘Navend.’
Ik vraag of we boven moeten zijn. Hij zegt ja.
‘Mooi.’
We keren op onze schreden richting trappengat.
Ik jaag mijn stagiaire als eerste naar boven met verlostas, zuurstofkoffer en het heilige boek in de handen en stommel er zelf licht hijgend achteraan.
Boenk-boenk-boenk-boenk-boenk.
Twee treden tegelijk en we staan boven.
Boink.
‘O, sorry.’
Daar botste ik pardoes tegen mijn stagiaire aan.
Pikkedonker is het hier.
En doodstil.
Alsof we in een lift staan waar opeens de stroom is uitgevallen zodat we tussen twee etages zijn blijven hangen.
Als onze ogen gewend zijn aan het donker kijken we wat verdwaasd om ons heen.
Alle deuren op deze overloop zijn gesloten, nergens zien we licht door raampjes, kieren of onder drempels door.
Op deze etage staat geen baby op punt van geboren worden.
Stof tot nadenken.
Waarom zit die man beneden zo rustig op de bank, en laat hij ons als idioten de trap op rennen?

Terug in de huiskamer blijkt dat we twee deuren verderop moeten zijn, dit is huisnummer 13, meneer past slechts op de kinderen van nummer 17. Aha. Het huis waar wij verwacht worden.
Zijn vrouw is assisteren bij de geboorte, want was ooit kraamverzorgende geweest en de oudste kids zijn zolang boven te slapen gelegd.
Dus.
Buurman dacht: het is vast al geboren, daar komen ze de kinderen weer ophalen.
Simpel.
We bedanken hem en rennen lachend weer door.
Op nummer 17 is het eind werkelijk in zicht, geen tijd om ons hilarische avontuur te vertellen, of ons te verontschuldigen voor het delay in onze aankomsttijd. Martha weet even niet wat te doen. Dus ik gris het grote boek uit haar handen om het op een veilige plek te leggen. [Sinterklaas kan er vast zodirect een nieuwe kindernaam bij schrijven.] Voorts ruk ik in één beweging haar natte jas van het lijf, klap de verloskoffer open en gooi een paar handschoenen toe.
Martha herpakt zich en zo wordt het KIHVS.
[Kind In Handen Van Stagiaire]

Als de verse vader op pad wil gaan om de dochters op te halen, biecht ik de belevenis alsnog op en laat onze groeten overbrengen aan zijn überkoele buurman. Het excuus: verloskundigen vliegen graag rücksichtslos op de eerste de beste open deur af.
Zeker als haast geboden is.

 
@poldervroedvrou