Zomertijd

Nachtelijk telefoon gerinkel bekomt mij beter tijdens hete zomers.
T-shirtje, geen gezoek naar sokken, blote voeten in de slippers, in één keer starten en gas op de plank.
‘Zet de voordeur maar alvast op een kier,’ fluister ik als extra instructie in de telefoon, zeker als de achtergrondgeluiden mij doen laten vermoeden dat de bevalling flink doorzet.
Dat het dan meteen een beetje kan doortochten, denk ik er achteraan. Bij aanhoudende warme dagen blijft de hitte vaak zò in de huizen hangen.

In mijn ideale tropenrooster worden alle zomerbaby’s heel vroeg, zo rond vijven, geboren. Vogeltjes die beginnen te fluiten, het blauwige ochtendschemer en slechts een enkele krantenbezorger onderweg.
Maar de planning van een geboortedag, laat staan een geboortetijdstip, daar valt weinig aan te roosteren. Het komt wanneer het komt, is een oude vroedvrouwelijke-wijsheid.
Ik houd ervan.
‘Het komt wanneer het komt!’, en zo ook het levensritme van een verloskundige.

Achtponder Jeremy, koos ooit zeven augustus als verjaardagsdatum en highnoon als geboortetijd.
We schrijven 2003, het jaar waarin de ene hittegolf op de andere volgt. Het is bijna lunchtijd, en de zon brandt genadeloos op het grote slaapkamerraam. De gordijnen hebben we gesloten, maar de warmte voel je er dwarsdoorheen.
‘Moet ik nog hete kruikjes maken?’ vraagt de kraamverzorgster. Warme kruiken, pfoe, het lijkt mij lichtelijk overbodig en ik leg mijn hand op de buik van onze aankomende mamma. De binnenbuikse 37° verschilt momenteel slechts enkele graadjes met de kraamkamertemperatuur.
Moeders heeft een washandje op het voorhoofd, welke we op commando om de paar minuten verversen.
‘Meer, natter, kouder, pfffff.’
We halen ijsblokjes en vullen een emmer. Ik vraag om een handdoek en krijg een origineel Kingsize strandlaken met een vrolijk patroon van gele zeepaardjes op een zeegroene achtergrond. We dopen hem in zijn geheel in de emmer om vervolgens kletsnat over de bolle buik te draperen, het grootste zeepaardje in het midden golft mee op de wee.
Het washandje bewaar ik voor mijn eigen voorhoofd.
‘Pfffff,’ puf ik met haar mee.
Maar er is een punt, voor kleine, natte pasgeborenen is het altijd koud. Zelfs bij die paar graden verschil zal het zijn alsof je vanuit een Turks-stoombad zo de sneeuw inrolt.
‘Wacht!’ ik krijg een lumineus idee, ‘Hier!’ En ik wijs achter het gordijn. ‘Laten we de babykleertjes en omslagdoek zolang in het raamkozijn leggen.’
De granieten vensterbank voelde aan als een steengrillplaat in zijn hoogste stand.
Hete zomers, dat waren nog eens tijden.

Zomer juli 2012
Kaplaarzen bij de voordeur en een Fleecevest voor het grijpen. De blauwe schemer brengt om 5.17 uur fluitende vogeltjes, een huilende Thom, beschuit met muisjes en de ochtendkrant, precies volgens wens. Alleen heb ik spijt dat mijn sokken thuis liggen.



@poldervroedvrou

Ondertussen in Sierra Leone


Wat een prachtig plaatje.
Nog meer mooie foto's en achtergronden op ons BLOG over dit project in Sierra Leone.