Nog even de was ophangen...


 

 

Mariska is ruim voorbij de helft van het ontsluiten, en Gijs verzet de haspels. De grond boven het uienpootgoed moet namelijk besproeid worden, zodat de groene scheuten hun groei door de zware polderklei richting de zon kunnen maken. Gijs is ergens op het land. Mariska wijst achteloos naar een plek ver weg aan de horizon.
‘Hij zou zo weer terugkomen hoor.’
De bloesem zit net aan de boompjes, en ik laat me uitleggen over de markiesachtige overkappingen rij na rij boven de fruitbomen. ‘Die worden binnenkort uitgeklapt om hagelschade aan de appeltjes te voorkomen.’ Een heel karwei schat ik zo in, maar om binnen het tijdsbestek van één flinke hagelbui je volledige oogst gehalveerd te zien, lijkt me een slecht alternatief.
Meehelpen met zuchten en puffen is hier onnodig, ik zet al mijn benodigdheden klaar, bestel de kraamverzorgster en laat Mariska begaan. Ze gaat trap op en af, en op. Ik hoor hoe de bezigheden soms een minuutje stilvallen, waarna er weer in vol tempo wordt doorgestampt. Wat ze allemaal in haar nesteldranggedachten heeft, weet ik niet, maar ik denk; Goedzo meid, lekker in beweging blijven.
Koffie sla ik af. Ik tap mijn glaasje water zelf, vind een krentenbol in de broodtrommel en installeer me op de bank voor het bijwerken van de visiteagenda. Laat de boeren maar dorsen. Binnen en buiten.
Als ik alles op orde heb, en het bonken op de trap verstomd lijkt, ga ik polshoogte nemen.
Waar is mijn barende?
Niet op haar slaapkamer. Slechts het gespreide bedje, een kraampakket, luiers en kruiken wachten hier geduldig op de dingen die komen gaan. Ik spiek om het hoekje van de badkamerdeur. Niemand. Ik ‘Oehoe!’ richting bovenverdieping. Niks. De bijkeukendeur staat open. Mariska is buiten.
Mijn barende hangt de was aan de lijn.
Bloesembomen in rechte rijen op de achtergrond, blauwe lucht met witte wolken. Kleurige lakens wapperend in de wind. Een stormig dagje. De donkerblonde haren van Mariska waaien mee.
Zo ziet vijf centimeter ontsluiting er uit in de polder.
Ze lacht verontschuldigend naar me. ‘Ja, dit moest nog even hoor.’ Op de drempel puft ze een wee weg en voegt vervolgens licht nahijgend toe dat ze eigenlijk de huiskamer wilde stofzuigen, maar dat leek haar weer vervelend voor mij.
‘Vrouwen met ontsluitingsweeën liggen meestal op bed, in de hand van hun man te knijpen,’ zeg ik gekscherend. Ik kijk op mijn horloge, is die tracktor al in aantocht?
‘Zal ik een warme douche nemen?’
Dan volgen de ontwikkelingen elkaar in razend tempo op. Kraamverzorgende en aanstaande vader arriveren exact op tijd voor de benodigde assistentie. Gijs vangt zijn vrouw op als ze druipend uit de douche stapt. Mariska kermt nagenoeg onhoorbaar: ‘Het is nu heel heftig...’
Ik vang de baby op als Gijs: ‘Daar komt ie!’ roept.
“Ie” blijkt een dame van bijna negen pond. Een dusdanig grote dochter had ze niet eerder gebaard. Buiten wentelen de windmolenwieken onstuimig rond, het droogmolentje draait dapper mee.
Mijn felicitatie: ‘Een struise boerendeerne en je wasgoed alweer zo-goed-als droog!’
Polderpower!

 

@poldervroedvrou