Twister


Asielzoekers
Ruim tien jaar was er een asielzoekerscentrum aan de rand van ons dorp. Al naar gelang de ellende in de wereld, zagen wij daar zwangere vrouwen uit alle verschillende windrichtingen neerstrijken.
Improviseren, geruststellen, handen-en-voetenwerk, tolken en nogmaals geruststellen.
‘Het komt allemaal goed, je bent nu bij een Hollandse verloskundige,’ we vertaalden onze professie in alle mogelijke talen. ‘Geen dokter, geen zuster, iets daartussen in.’
Bij het zien van de ‘Ellende in de Wereld’-anno nu zijn het de zwangeren waar ik als eerste aan denk. Aardbeving in Nepal, waar baar je? Gammele bootjes over de Middellandse zee, als je daar maar geen weeën krijgt. Bombardementen, kapotte steden, uitgestorven desolate plekken, tentenkampen. Ik denk aan oudere mensen en kleine kinderen, het besef van de onmacht en hun verdriet. Maar mijn hart gaat vooral uit naar de aanstaande moeders.
Hoogzwanger en dan?

 Twister
Een dynamische bevalling op Middenoosterse wijze.
Op een nacht vertrok ik met Ammara naar de verlosafdeling. Ze belde tevergeefs naar haar moeder, riep om Allah en probeerde zich over te geven aan dat ietwat eigenwijze vreemde vroedmens. Ze beviel, ik kan wel zeggen, dynamisch. Vol  als ik was van het nachtelijke bevallingsgeweld, trachtte ik later die dag het verloop van het geboorteproces uit te beelden aan een dorpse kraamvrouw: ‘Terwijl een betoverend rond babybolletje met glimmendzwarte krulletjes te zien was in de opening,  had ze opeens haar rechtervoet beet en trok deze pardoes naast haar linkeroor.’ [Ja, neemt u maar even een leespauze om deze actie bij uzelf uit te proberen.] De kraamvrouw in kwestie probeerde het niet omwille van een enkele venijnig trekkende hechting maar riep: ‘Rechtervoet. Linkeroor. Zwart… Het lijkt wel Twister!’
Mijn opa zette vroeger een rijksdaalder in voor het kleinkind dat als eerste een been in de nek legde. Mijn ballerinasouplesse won het vaak van mijn judoënde  broers. ‘Iedere dag een keertje doen, dat komt je later nog wel eens van pas,’ was zijn goede raad. Helaas, tegen de tijd dat mijn eersteling geboren moest worden, was ik al blij de schoenveters te kunnen strikken. Wonderlijk hoe de oerkrachten van Ammara mij terugbrengen naar een spelletje Twister en de rijksdaalder van opa Zuurveld-zaliger.  
Twister, ach ja. Ik joelde de commando’s inderdaad, alleen Ammara verstond mij niet en riep afwisselend om moeder en God.
Ik spoorde de twee dames van vluchtelingenwerk aan: ‘Linkerknie! Rechterknie! Steun geven!’
Meneer keek toe met grote bruine ogen en hoog opgetrokken donkere wenkbrauwen. Zijn blik vloog richting deur. Ik meende aan zijn gezicht af te lezen, dat hij dacht; Al dat vrouwvolk, wanneer komt hier een echte dokter, met een keurige witte jas en een stethoscoop om zijn nek?
Ammara gilde en perste, babydochter gleed uit haar en zette het in canon op een krijsen. Geen schade aan de onderkant constateerde ik. Dat ontlokte Ammara wel een opgelucht glimlachje. De ‘echte dokter’ in Ammara’s thuisland had haar, na de eerste bevalling, met vierentwintig hechtingen moeten repareren.
Met hoeveel hechtingen Ammara’s hart gerepareerd moet? Ontelbare. De eindelijk gelukte telefoonverbinding met moeder maakte heel wat los.

 
@poldervroedvrou

Wortel


Een wonderbaarlijk serene thuisbevalling midden in de nacht. Kalmpjes richting huis, een opkomende zon die me tegemoet straalt en op de radio een toevallig exact passende song. Donna Summer zingt, ik neurie met haar mee. Het zijn momenten om te onthouden. Dan grinnik ik om een wortelanekdote en besef hoe ik belevenissen in allerlei soorten en maten koester.
Naomi is het pientere dochtertje van Renée en Hendrik. Het afgelopen half jaar zag ik hoe Naomi iedere controle die ze met mamma mee kwam iets had bijgeleerd. Eerst bleef ze afwachtend tussen het speelgoed op de grond zitten en zette het pas op een huilen als Renée op de onderzoeksbank ging liggen. De laatste controles stapte ze parmantig rond en deed alsof ze thuis was.
Op de bewuste wortelochtend had ik Herma voor me zitten. Herma diepte een secuur geschrapte wortel op uit een boterhamzakje. Mooi, wij konden praten terwijl zoon Daan zou knabbelen. Daan bekeek de wortel van alle kanten, waarbij ik me voorstelde dat hij zoiets dacht als; hè, das geen sjokola. Hij at zijn wortel dus niet, maar hield hem wel, gedurende de gehele zwangerschapscontrole, onwrikbaar vast. Zichtbaar blij was Daan na afloop. Hij mocht gewoon weer naar buiten. Denkwolkje; oef geen koud stethoscoopgeluister of onverwachts geklop of geprik aan mijn lijf, op naar huis.
In de wachtkamer troffen we in de poppenhoek Renée en dochter Naomi en bij het Bob-de-Bouwermeubeltje stond Daan2, het zoontje van Hidi. De ene Daan(2) keek met openmond naar de andere Daan(1) die mij gedag moest zwaaien van zijn moeder.
Doe maar dahààg naar de babydokter Daan, zwaai maar met je handje,’ moedigde ze aan.
Daan1 aarzelde, de wortel zat hem klaarblijkelijk in de weg.
Het is altijd grappig als peuters, die nog net niet op een dagverblijf of schooltje zitten, wezentjes tegenkomen van hun eigen lengte. Ze kijken naar elkaar alsof ze van een andere wereld komen. De jongetjes bewogen dan ook niet. Als twee cowboys in een shootout.
Welke Daan moet er zwaaien?
Naomi echter overzag de situatie haarscherp, zij handelde razendsnel. In twee stapjes was ze bij Daan1 en snaaide met een rappe beweging de wortel uit het knuistje. Voor we met onze ogen konden knipperen duwde ze de wortel in het openstaande mondje van Daan2 en keek naar mij met een hartveroverende ondeugende grijns. Vervolgens greep ze de verbouwereerde Daan1 resoluut bij de mouw en zwaaide zijn arm stevig heen en weer.
‘Taaie.’
Dat uitgestreken smoeltje erbij was om op te vreten.
'Ja,’ zei Renée, ‘zwaaien.’
Uit de Bob-de-Bouwerhoek kwamen rouwkost-kauw geluiden en ik zei: ’Volgende patiënt.’

 *Ik zeg natuurlijk nooit ‘patiënt’ maar het paste zo geestig in de situatie. En verder; Daan2 werd veertien dagen later grote broer van Jasmine, het was op een woensdagochtend nog voor de koffie. Naomi werd drie dagen daarna grote zus van Thamar, vlak voor de voornoemde memorabele zonsopgang. En zo verbindt mijn brein moeiteloos een wortelmoment aan “The state of Independence” van Donna Summer. ‘Yessss. I know why I am alive!’


@poldervroedvrou