Geboortezorgthuis


 
Tessa veranderde tegen het eind van haar zwangerschap van mening: 'Ik ga gewoon thuis bevallen!' Mijn visie: thuis beginnen met het doorstaan van de ontsluitingsweeën, zonder op de klok te hoeven kijken, paste daar precies bij. "Houdt alle opties open, en begin bij het begin."
Emma wist zeker dat ze in het geboortehuis ging bevallen. Door omstandigheden logeerden zij en haar zoon van acht tijdelijk bij een vriendin. Ze had wel is waar een mooie eigen kamer met privacy en ruimte, maar daar baren? Nee, dat wilde ze niet.
Charlotte had haar eerste dochter in het geboortehuis gekregen, dat was letterlijk goed bevallen, maar nu twijfelde ze. Thuis gaf misschien minder poespas met op en neer rijden, zeker als alles weer zo vlot mocht verlopen. Ze zou het laten afhangen van het moment. 

Wij, de drie verloskundigen van ons zo geliefde pittoreske dorpje, laten sowieso onze dagindeling afhangen van hetgeen er op ons pad komt. Met twaalf hoogzwangere vrouwen voor de 31 dagen van januari, kon ons niet veel gebeuren, dachten we. De 24-uursdiensten, achterwachten en spreekuren verdeelden we rechtevenredig, en zo startte de woensdagochtend half negen het telefonisch spreekuur na een prima nachtje slapen.
Als eerste meldde Charlotte dat om 3:30 haar vliezen waren gebroken, geen krampen, ik beloofde met de visite-ronde langs te gaan.

Tijdens die visites belde Tessa op de dienstmobiel. Iedere tien minuten een wee, "Of dat wat kon zijn?", was haar vraag. Ik zei dat het vast wat kon worden en zou ook haar bezoeken.

Tussen de middag had Charlotte nog altijd geen weeën, terwijl helder vruchtwater rijkelijk stroomde. Tessa ging proberen te rusten. Iedere tien minuten een fikse kramp gedurende de gehele nacht hadden haar behoorlijk afgemat. Ontsluiting was er helaas nog niet. "Thuisbevallen betekent volhouden!", kwamen we samen overeen.

Tring-trrrring.
Mijn mobiel rinkelt in mijn broekzak.
Emma: 'Ik verlies water.' 
En dat is drie.
Emma wenste een geboortehuisbevalling, haar tasje stond al klaar, Charlotte twijfelde, en Tessa in principe thuis. Het kon nog alle kanten op, maar mijn raderen draaiden al met betrekking tot collegae, achterwacht en continuïteit van zorg. Vanavond de borstvoedingsworkshop door de ene en mogelijkheid van oppas door mijn dochter voor de kindjes van de andere indien nodig.
Hoe blijf je rustig in de wetenschap van de drie aankomende geboortes?
Situaties waar je nu nog absoluut niks aan kan sturen.
Het wordt mij vaker gevraagd. “Het is a way of life.” is meestal mijn antwoord. Want wij vroedvrouwen weten niet beter. Als we blijvend willen, dat iedere vrouw haar kind kan baren op haar eigen tijd, hoe de natuur het bedoeld heeft, dan is een horloge een onnodig ding. Bevallen onder kantoortijden, of op tijden die ons uitkomen, daar kunnen we, in het perspectief van onze visie, niet aan beginnen.
Go with the flow. Ook ik pik een middagdutje mee in afwachting van de dingen die komen gaan en besluit om  het avondeten vroeg klaar te maken. Helaas, zul je altijd zien, man blijkt juist laat. De pitten uit, dan eerst het rondje langs hopelijk nu doorzettende weeën bij de dames, al dan niet met gebroken vliezen. Daarna eten en na afloop van Marjolein haar voorlichtingsavond, de stand van zaken overdragen omdat de  dienst voor Marjolein dan start. 
Ik bedenk het dorpsrondje van noord naar zuid, en een zijtak naar west. Onhandig genoeg wonen ze alle drie in een andere wijk.

Tessa ligt wat bleekjes onder haar zeegroen/grijs geblokte dekbed. Ze is blij dat ik er ben, maar had zelf nog niet willen bellen. Ik wacht een paar weeën af, observeren en bemoedigen. Ze is helemaal in haar cocon en ik geef een welgemeend compliment: 'Dat doe je goed, rustig in en uit ademen, iets langer uit dan in, mooi!' Ze knikt met haar ogen dicht en wil graag weten of ze nu ontsluiting heeft.

Tring-trrrring.  
Het rinkelt het alweer vanuit mijn broekzak, gelukkig net voordat ik mijn toucheerhandschoenen aan heb. Wie zal het zijn deze maal?
De vriendin van Emma, of ik wil komen, want de weeën zijn begonnen, of liever gezegd; serieus  aan het doorzetten…
Het is 18:30 uur.
(Onthoud die tijd)

Adem in Adem uit
Waar waren we gebleven?
Het is half zeven, het avondeten staat te wachten op het fornuis, mijn dienst zal na de borstvoedingsinformatieavond worden overgenomen door Marjolein. Er waren twee dames met gebroken vliezen zonder noemenswaardige weeën en eentje met regelmatige buikkrampen, die we halverwege de middag geen echte weeën mochten noemen.

Ik luister aandachtig naar de informatie betreffende Emma. Het klinkt als een plotselinge omslag naar het echte werk. Ik kijk naar Tessa, tenminste, naar haar licht kronkelende verscholen gestalte onder het groene dekbed. Ook dat ziet er serieus uit. Tijdens het inwendig onderzoek concludeer ik een soepele vier centimeter ontsluiting, al bijna op de helft dus. Tessa smeekt of ze weer onder het dekbed mag.
Ik dek haar moederlijk toe tot over haar oren, zeg dat ze het bewonderenswaardig, geconcentreerd en ingetogen doet en dat warmhouden inderdaad uitermate belangrijk is.
Rust om je heen. Concentreren op je missie.
‘Volhouden Tessa, je bent zowat over de helft!’
Haar man krijgt instructies voor het bellen van kraamzorg, en ik beloof direct terug te komen. ‘Of één van mijn collega’s.’ Ik zie het dekbed knikken.
De schokbrekers kreunen bij het doorkruisen van het dorp.

Bij Emma doet niemand open. ‘Huh?’ Ben ik wel goed? Ik toets “Herhaal laatste oproep” en tegelijkertijd verschijnt er iemand met een telefoon aan het oor voor het keukenraam. Simultaan zwaaien we schaapachtig naar elkaar.
‘Haaai.’
Het is sauna-tropisch warm op de kamer van Emma, heerlijk voor een aankomende baby.
Hier zie ik aan de vorm van kronkelen en woelen, plus in dit geval ook hoorbaar kreunen, dat het moment suprême absoluut nabij is. Een ritje naar het geboortehuis zit er in ieder geval niet meer in.  ‘Bestel maar een kraamverzorgende,’ zeg ik tegen de kennis van Emma.
Mijn keuze voor assistentie aan de andere kant van het dorp, waar we puffende Tessa onder het zeegroen/grijs geblokte dekbed achter lieten, valt op collega Wilke. Haar telefoonnummer staat boven in mijn kieslijst. Ze reageert niet meteen.
‘Hè get,’ zeg ik meer tegen mezelf dan tegen Emma.
Adem in adem uit, tot tien tellen en “Herhaal Laatstgekozen nummer” intoetsen.
‘Ja? Hallo?’ Een zware mannenstem. Oeps, wie bel ik?
Wilke legt net de kinderen op bed, daarom heb ik haar partner aan de lijn.
‘Komt goed,’ zegt hij als antwoord op mijn gehaaste uitleg. Ach, een getrainde verloskundige-partner heeft vanzelfsprekend aan een halve instructie genoeg.
Partner neemt het voorhetslapengaanvoorleesverhaalritueel over, -wat hem vast makkelijker zal afgaan dan de borstvoedingsinformatieavond van MarjoleinJ- en Wilke gaat op pad.

Superblij dat de kamer van Emma op de begane grond is, maar licht hijgend in verband met het op en neer rennen naar de auto voor mijn complete thuisbeval-equipment, tover ik de logeerkamer in no time om tot een originele oud-Hollandse kraamkamer. Een rustiek-coloniaal koffietafeltje op een donkerbruin schapenvachtje schuif ik zonder pardon met één losse voetbeweging aan de kant. Alleraardigst gestyled qua inrichting, maar voor nu op een zeer onhandige plek.
Hoppa.
Emma vraag ik met hoofd aan voeteneinde te gaan liggen, want dan kan ik er beter bij. Bed staat niet op klossen, dan straks maar op mijn knieën…
Schoenen uit, vest uit, handen wassen, koffers open, kraampakket uit de kast, stoffen luiertjes over de verwarming, beschermingsmatjes eronder,  emmer met vuilniszak erin, hartje luisteren. Klinkt in perfect dapper ritme.
Boinkboinkboink.
Handschoenen aan.
En tijdens al die handelingen Emma toespreken. Dat het goed komt, dat ze nergens meer heen hoeft, dat ik er ben, en dat het goed komt, en dat de baby gewoon hier beneden geboren gaat worden, en dat het goed gaat komen, het hartje klopt vitaal door, het vruchtwater is helder, en het hoofdje zit al vlak voor de uitgang, kortom, het komt helemaal goed.
En dat komt het ook.
Om 19:08 houdt ze, met een licht verbaasde blik, haar zoon in de armen.
‘Kaum zu glauben.’


Hoe zou het bij Tessa zijn?

Via sms verneem ik dat in huize Tessa beide oma’s en een kraamverzorgende zijn gearriveerd. Tessa sluit zich af voor iedereen om haar heen, concentratie ten top, rust is geboden. Omdat ik Charlotte op mijn lijstje heb, -gebroken vliezen zonder weeën, weten jullie nog?- besluit ik om bij Charlotte en Henry langs te gaan. Wilke houdt het fort ‘Huize Tessa’.

‘Wil je koffie?’ vraagt Henry. Uit mijn ooghoeken zie ik een oogverblindend-mooi roestvrijstalen espressoapparaat glimmen. Ik denk een milliseconde aan Wilke, die immers voor mij aan het werk is op haar vrije avond. Henry bespeurt mijn twijfel. Hij weet niets van Werkende Wilke en haalt me over met het toverwoord.
‘Cappuchinootje?’
Ik denk: sorry Wilke en roep -misschien net iets te uitbundig- van: ‘Ja!’
Terwijl ik mijn koffie drink, loopt Charlotte rond. Zij grijpt daarbij om de zoveel tijd naar de deurpost, het aanrechtblad of de schouder van Henry. Marjolein smst dat de Borstvoedingsworkshop uitstekend verliep en dat ze inzetbaar is waar nodig. Met Henry neem ik enkele essentiële  instructies door hoe de dienstdoende  -vanaf mijn laatste slok koffie zal dat Marjolein zijn- te bellen wanneer de knijp-en-grijpsessies van Charlotte vlotter op elkaar volgen en intenser van grip worden.

Om half tien bel ik aan bij Tessa. Een aanstaande oma doet open, haar wijsvinger reeds streng gestrekt voor de mond. ‘Ssst, boven heerst rust voor de concentratie,’ zegt ze. Ik knik bedeesd en ben een tikje onder de indruk. Mijn opdracht van enkele uren geleden, boemerangt hier recht in mijn eigen gezicht.
Ik wacht in de huiskamer om met Wilke te overleggen. We fluisteren over en weer omtrent de stand van zaken. Drie dames in drie verschillende bevallingsfases, drie verloskundigen aan het werk op een ‘gewone’ doordeweekse avond. Van aflossing wil Wilke niet weten. Daar hoor ik het ware midwifehart van mijn collega kloppen in de letterlijke vertaling van het Engelse midwife: Met de Vrouw.
Wilke is zeer resoluut: ‘Laten we in deze fase van de bevalling maar niet weer wisselen. Ik blijf bij Tessa.’ Ik probeer tegen te sputteren: 'Maar joh, Wil, het is  niet eens jouw dienst...' Volkomen zinloos. Ze heeft zelfs een lief collegiaal argument: ‘Bovendien, jij hebt toch nog niks gegeten?’ Voelde ik me een tikje schuldig tijdens mijn korte koffiebreak, merk ik nu pas hoe weeïg ik inderdaad ben. We lachen zachtjes om de woordkeuze.
Wilke vertrekt wederom naar boven, en om half elf haal ik mijn warme maaltijd uit de magnetron.
Om één minuut voor twaalf is huize Tessa een meisje rijker. Met alle spectaculaire krantenberichtjes over rap bevallende vrouwen langs snelwegen, nabij benzinepompen, voor stoepen van ziekenhuizen, of in sauna’s van vakantiehuisjes, zal hier geen persmuskiet in de bosjes hangen. Gewoon een hele dag heftige weeën wegzuchten onder je eigen dekbed, en een dik uur persen op je eigen matras. Topsport van volhouden en wilskracht. Complimenten voor Tessa en de supporters rond haar bed.  
Wilkes smsje wordt gecompleteerd met blije smileys: #shedidit whohoo!  en ik whoehoe op afstand met hen mee.

 
Epiloog

-Charlotte, die zich deze ochtend als eerste meldde, (het lijkt alweer drie weken geleden in plaats van een halve dag) hoe verliep het daar?-
PiepPiep.
01:00u
#weeën bij C
01:01u
PiepPiep.
#Irene mag mee
Marjolein en Irene -Belgisch opgeleide vroedvrouw die graag de Hollandse thuisbevalling wilde meemaken- mogen naar Charlotte. Midden in de nacht wordt daar de zoon geboren, en wel een krap half uur voordat het termijn van "24uur gebroken vliezen" af zou lopen. Irene assisteerde bij de thuisbevalling en Marjolein maakt een hippe selfie met baby, Irene en haarzelf naast het bed van moeders als bewijs.
Ik hou ervan. Ook Charlotte bewees aan zichzelf dat in haar geval thuisbevallen een juiste keuze was.
De volgende dag ontvang ik een bijzondere foto van een bladzijde uit Irene’s babyalbum. Ik wist niet meer zeker of ik degene was die haar moeder begeleidde, of dat het mijn vroegere collega was geweest. Irene was voor me op zoek gegaan. Ik staar naar het plaatje, wat was ik nog jong...
'Ach, kijk eens,' verzucht ik tegen Wilke: 'hier is mijn pre-selfietijdperk bewijs.'
Marianne trekt Irene haar eerste kleertjes aan
Het staat er met zilveren penneninkt onder geschreven.
Irene als baby, Irene als vroedvrouw.
Whohoo, denk ik, maak plaats voor een volgende generatie. Midwives, verloskundigen, vroedvrouwen. Kundig, wijs, met de vrouw, naast de vrouw, voor de vrouw,
en

laten we zuinig op ze zijn!             

@poldervroedvrou