Tatoeage


Bij het zien van alle ellende in de wereld, gaan mijn gedachten uit naar de hoogzwangere vrouw. Waar gaat zij baren? Wie zal haar helpen? Hoe moet het zijn, om te midden van chaos en geweld een nieuw leven op de wereld te zetten? Zelfs in Nice, tussen wanhopige mensen die hun toevlucht in een boulevardrestaurant zochten, werd een baby geboren. Gelukkig, zo las ik, was er ook een dokter onder hen.
Sinds enkele maanden heeft Zeewolde en Asielzoekerscentrum. Ik wist niet goed wat ik ervan moest verwachten, maar dat er zwangere vrouwen zouden komen, stond vast.
Intussen zijn er al verschillende dames van allerlei nationaliteiten bij ons op de praktijk geweest. Het vergt enig improvisatietalent, behoorlijk wat extra inzet van een aantal onbetaalbare vrijwilligsters en de hoop op adequate tolken. De vrijkomende emoties echter, bij het zien van bewegende echobeelden van een ongeboren kindje, of het horen van een kloppend hartje, zijn universeel.

Voor me zit een wat schuchtere stille vrouw. Ze kijkt meestal met een zorgelijke blik wat schuin naar de grond en lacht nooit.
Haar achternaam is voor Hollandse begrippen tamelijk onuitsprekelijk, voor het gemak verbasterden we het een tikje oneerbiedig naar ‘Peukie’. (Dan weten we zo onder elkaar tenminste over wie we het hebben.) Mevrouw Peukie was al halverwege haar zwangerschap toen ze voor het eerst bij ons kwam en sprak net een ander dialect dan de speciaal ingehuurde tolk voor ons vertalen kon. We verrichtten de benodigde zwangerschapscontroles zwijgend, en lieten met een duim omhoog en een brede glimlach merken dat alles in orde was. 

Vandaag treffen we de juiste tolk en kunnen we net iets meer vertellen en uitleggen. Als ik vraag of ze het leuk vindt dat ze een meisje gaat krijgen, zie ik voor het eerst een aarzelend lachje terwijl ze liefdevol over de bolling van haar buik aait.
Mevrouw Peukie staart als vanouds naar de grond als ze op haar schuchtere manier een hele zin mompelt. Haar zin wordt vervolgens via de tolkentelefoon netjes vertaald. 
‘Ze zegt dat ze u wil danken voor uw goede zorgen voor haar.’ hoor ik.
Ik ben even perplex, die stugge stille Peukie die dit zomaar zegt. Het zet me aan het peinzen. Hoe zou ik zijn? Zwanger in een vreemd land, zonder de taal te spreken. Zou ik überhaupt over bedanken  nadenken?

Om de bloeddruk te laten meten, stroopt ze een mouw omhoog. Zo lees ik op de onderarm haar voornaam. Niet in Arabisch gekriebel maar in grote dikke ongelijke lelijke 
getatoeëerde hoofdletters, waarvan sommigen zelfs in spiegelbeeld. Ik bedenk; dit is vast een soort van identificatietatoeage. Misschien gezet voor het geval ze meer dood dan levend op een strandje zou aanspoelen…
Het bloeddrukmeten verloopt in stilte, mijn brein peinst verder. Arm en nekhaartjes gaan overeind en een kramp schiet naar mijn maag. Tjonge, wat tollen er opeens spookscenario’s door het hoofd. Ik snuif om aanstromend traanvocht binnen te houden en slik het zo ongemerkt mogelijk weg.
Pffffff.
Snel herpak ik mezelf en steek bij wijze van ontlading twee duimen tegelijk in de lucht.
‘Bloeddruk goed. Baby goed.’
De Syrisch-Koerdische vertaling galmt via de krakende telefoonspeaker binnen, en Peukie en Poldervroedvrouw, wij glimlachen naar elkaar.

@poldervroedvrou