Wortel


Een wonderbaarlijk serene thuisbevalling midden in de nacht. Kalmpjes richting huis, een opkomende zon die me tegemoet straalt en op de radio een toevallig exact passende song. Donna Summer zingt, ik neurie met haar mee. Het zijn momenten om te onthouden. Dan grinnik ik om een wortelanekdote en besef hoe ik belevenissen in allerlei soorten en maten koester.
Naomi is het pientere dochtertje van Renée en Hendrik. Het afgelopen half jaar zag ik hoe Naomi iedere controle die ze met mamma mee kwam iets had bijgeleerd. Eerst bleef ze afwachtend tussen het speelgoed op de grond zitten en zette het pas op een huilen als Renée op de onderzoeksbank ging liggen. De laatste controles stapte ze parmantig rond en deed alsof ze thuis was.
Op de bewuste wortelochtend had ik Herma voor me zitten. Herma diepte een secuur geschrapte wortel op uit een boterhamzakje. Mooi, wij konden praten terwijl zoon Daan zou knabbelen. Daan bekeek de wortel van alle kanten, waarbij ik me voorstelde dat hij zoiets dacht als; hè, das geen sjokola. Hij at zijn wortel dus niet, maar hield hem wel, gedurende de gehele zwangerschapscontrole, onwrikbaar vast. Zichtbaar blij was Daan na afloop. Hij mocht gewoon weer naar buiten. Denkwolkje; oef geen koud stethoscoopgeluister of onverwachts geklop of geprik aan mijn lijf, op naar huis.
In de wachtkamer troffen we in de poppenhoek Renée en dochter Naomi en bij het Bob-de-Bouwermeubeltje stond Daan2, het zoontje van Hidi. De ene Daan(2) keek met openmond naar de andere Daan(1) die mij gedag moest zwaaien van zijn moeder.
Doe maar dahààg naar de babydokter Daan, zwaai maar met je handje,’ moedigde ze aan.
Daan1 aarzelde, de wortel zat hem klaarblijkelijk in de weg.
Het is altijd grappig als peuters, die nog net niet op een dagverblijf of schooltje zitten, wezentjes tegenkomen van hun eigen lengte. Ze kijken naar elkaar alsof ze van een andere wereld komen. De jongetjes bewogen dan ook niet. Als twee cowboys in een shootout.
Welke Daan moet er zwaaien?
Naomi echter overzag de situatie haarscherp, zij handelde razendsnel. In twee stapjes was ze bij Daan1 en snaaide met een rappe beweging de wortel uit het knuistje. Voor we met onze ogen konden knipperen duwde ze de wortel in het openstaande mondje van Daan2 en keek naar mij met een hartveroverende ondeugende grijns. Vervolgens greep ze de verbouwereerde Daan1 resoluut bij de mouw en zwaaide zijn arm stevig heen en weer.
‘Taaie.’
Dat uitgestreken smoeltje erbij was om op te vreten.
'Ja,’ zei Renée, ‘zwaaien.’
Uit de Bob-de-Bouwerhoek kwamen rouwkost-kauw geluiden en ik zei: ’Volgende patiënt.’

 *Ik zeg natuurlijk nooit ‘patiënt’ maar het paste zo geestig in de situatie. En verder; Daan2 werd veertien dagen later grote broer van Jasmine, het was op een woensdagochtend nog voor de koffie. Naomi werd drie dagen daarna grote zus van Thamar, vlak voor de voornoemde memorabele zonsopgang. En zo verbindt mijn brein moeiteloos een wortelmoment aan “The state of Independence” van Donna Summer. ‘Yessss. I know why I am alive!’


@poldervroedvrou
 

Geen opmerkingen: