‘Kom maar meteen, als dat kan? Wanneer jullie samen komen, kan je meteen voor ons vertalen.'
Kochanie is een Poolse vrouw, met een Poolse man. De vriendin/vertaler is ook Pools en woont langer in Nederland. Vanwege de Coronamaatregelen spraken we af de man buiten te laten wachten.
‘Dzien dobry.’ groette ik vriendelijk bij binnenkomst en gebaarde een coronaire-handenschudactie in de lucht. Met die begroeting had ik gelijk mijn volledige Poolse vocabulaire verbruikt.
Kochanie is een kleine stevige vrouw, met blozende wangen in een bol gezichtje. Ze heeft het opstapje nodig om op de onderzoeksbank te klimmen. Ik laat vertalen dat we een echo gaan maken om te weten hoever ze mogelijk is. Ze wurmt haar iets te strak zittende shirt omhoog en er verschijnt een redelijk volle buik.
‘Drie maanden?’ vraag ik met verbazing in mijn stem richting vriendin. Het voelt eerder als zes.
Kochanie haalt verontschuldigend haar schouders op. Ik voel de bovenkant van de baarmoeder halverwege de buik en het lijkt me een hoofdje wiebelend boven de bekkeningang. Dat moet minstens acht maanden zijn, als het niet meer is. De echometingen bevestigen mijn vermoedens, alles wat ik kan opmeten wijst op een gemiddelde van 34 weken. Hoofd, buik, bovenbeen. 34-36-30. Waarbij het beentje wat korter meet, maar volledig matching bij het postuur van moeder. De buikomvang een tikje forser, ook geheel passend.
Ik zie de drie karakteristieke streepjes tussen de beentjes behorende bij babyschaamlippen.
Via de vertaler bespreken we de bevindingen. Het ziet er goed uit, ik laat het hartenklopje horen. Boinkboinkboink, daar is niks mis mee.
‘Waar is je man?’ Dit moet hij toch evengoed meemaken.
Hij blijkt net naar de Polskie Sklep te zijn gelopen, de plaatselijke Poolse
supermarkt om de hoek. Vriendin sommeert hem telefonisch dadelijk terug te
komen. We wachten even tot hij er bij is en bespreken intussen wat er allemaal
geregeld moet worden nu er binnen afzienbare tijd een gezinslid bij gaat komen.
Ik ken een kraamverzorgende die Poolse van origine is en
geef haar visitekaartje en het advies om
deze Mariola te vragen om te helpen met organiseren. Die kan dat goed, dat heb
ik in het verleden ook wel meegemaakt met haar.
De partner komt binnen, ik wijs hem een stoeltje met goed
zicht op het echoscherm. Vol verbazing bekijkt hij wat er te zien is. ‘Willen
jullie weten wat het gaat worden?’ Ze knikken beiden van ja.
’Een meisje, een dochter, córka.’ Dat laatste pappagaai ik van vertaalster na. Córka, dochter. Weer wat geleerd. De jonge vader is zichtbaar heel blij. Hij kust zijn vrouw op de wang en springt wat onbeholpen op en neer. Kochanie is voorlopig nog alleen maar beduusd. Het is juni, en ze zal in juli bevallen.
Omdat het een ‘ongecontroleerde’ zwangerschap betreft,
met een onduidelijk begin van het gebeuren, verwijs ik haar naar de
gynaecoloog. Mariola houdt ons op de hoogte van de verwikkelingen. Ze hopen een
eigen huisje te vinden, want terug naar Polen kan nu niet vanwege de Corona en
in het ‘Polenhotel’ is het slecht toeven voor een kleine baby.
Het eerste weekend van juli worden we gebeld door de
receptionist van het ziekenhuis Lelystad. Voor hem staat een stel, waarvan het
lijkt of de bevalling begonnen is. Ze lieten een afsprakenkaart zien van onze
praktijk met daarop duidelijk onderstreept ons spoednummer.
Dat er in Lelystad sinds vorig jaar geen baby’s meer
geboren worden, was hen niet duidelijk. Ze waren er voor een aantal
poliklinische controles geweest.
Viavia bellen we de verlosafdeling in Harderwijk, de
receptionist regelt een taxi en zwaait ze uit.
Later op de avond wordt in goede gezondheid Córka Kornelia
geboren.
Gratulacje!
@poldervroedvrouw
Geen opmerkingen:
Een reactie posten