Coronatijden


Hoe gaat het met ons als verloskundigen?

Terwijl ik dit schrijf, zie ik vanuit mijn raam de bomen vol in bloesem staan tegen een staalblauwe lucht. Voor de gezelligheid en de challenge heb ik een paar pluche beertjes tevoorschijn gehaald en op de uitkijk gezet. Kunnen ze zwaaien naar voorbijkomende kinderen. Momenteel is mijn ‘kantoor’ boven, het vroegere, het al lang leegstaande kamertje van onze reeds getrouwde oudste dochter. Waar voorheen het verloskundig werk bestond uit gezellige spreekuren, onbevangen bevallingen thuis of in geboortehuis en feestelijke kraamvisites met beschuit met roze of blauwe muisjes, gaat er nu een groot gedeelte telefonisch. We bellen eerst de zwangere dames om te vragen hoe het met ze gaat, om voorlichting te geven en een korte controle op de praktijk af te spreken. De aanstaande moeder wordt verzocht om alsjeblieft alleen te komen, met de partner kunnen ze terplekke videobellen. Graag van te voren melden bij niet fit zijn, dat wil zeggen: Hoesten, snotteren en/of koorts. We houden afstand en schudden geen handen. We poetsen na ieder bezoekje de onderzoeksbank, onze stethoscoop en deurklinken. De apparatuur van het echoapparaat behoeft een speciale schoonmaak in verband met de kwetsbare echokop. Mijn handen zijn intussen geïrriteerd van de bijtende ontsmettingsalcohol. Maar over het algemeen ben ik blij dat we de dames op het spreekuur mògen zien. De aanpassingen blijven wennen, voor de eerste keer het hartje laten horen met mee-kijkers op een mobiel; het is spannend, want klopt het hartje? Vervolgens de opluchting door de telefoon heen kunnen voelen en het joelen horen. Een babyhartje wat in april klopt, dat betekent: een kindje krijgen voor het bizarre jaar 2020 om is. We hopen hardop met elkaar dat de wereld er tegen die tijd beter uit ziet.     

Een geboorte begeleiden gaat lastig per telefoon. Goddank kan ik dat aspect van mijn beroep: een bevalling coachen, als vanouds naar behoren uitvoeren.  Op een vrijdagmiddag, we hadden de toespraak van premier Rutte gehad en de instructies van het RIVM tot ons door laten dringen, belde Hassan. Zijn vrouw had weeën, of ik wilde komen.
‘Natuurlijk!’
Hij vertelde mij ietwat nerveus te zijn, want zij wilde thuis bevallen en niet naar het ziekenhuis en hij was bang voor flauwvallen. Ik stelde hem gerust: ‘Je hebt een pittige vitale echtgenote, we slepen je er heus doorheen.’
De bevalling verliep voorspoedig, de jonge vader kon zijn blèrende zoon zelf aanpakken -die dus al huilde voor compleet geboren te zijn- en bij zijn vrouw op haar veilige warme borst leggen. Ik stond erbij en keek ernaar en veegde wat nattigheid weg van mijn wang. Coronatijden of niet, het blijft zo mooi!
Hij fluisterde wat in het petieterige rechter oortje. Mamma hield de baby nog steviger vast en knikte dat het goed was.
Opeens dook Hassan naar beneden. De kraamverzorgende vertelde me later dat ze van mijn gezicht ontsteltenis, verbijstering, bezorgdheid en verwarring inéén af kon lezen. ‘O Marianne, ik moest stiekem zo lachen, je had je gezicht moeten zien!’ Ik dacht ook werkelijk dat de tot-dan-toe stoere Hassan alsnog van zijn stokje ging toen hij met zijn voorhoofd richting de grond bewoog.
Maar het is Hassan die Allah bedankt, dat zijn zoontje gezond en wel geboren is, dat zijn vrouw moeder is geworden en Hassan zelf vader en Hassans ouders opa en oma. 
En jullie Poldervroedvrouw is dankbaar om verloskundige te zijn, ook in deze tijden.

@poldervroedvrou

Geen opmerkingen: