De dienstnacht is zonder telefonische onderbrekingen
verlopen. Een warme douche om de dag te beginnen. Mijn dienstmobiel op een
plankje buiten bereik van waterspatten, maar voor het grijpen. Zo sta ik onder
de warme straal te bedenken wat ik allemaal ga doen deze uitgeslapen dag.
Halverwege het afdrogen gaat de telefoon dan toch. Blij dat deze op het handige
plankje ligt. Wie belt er om half zeven in de donkere ochtend op deze koude
winterse dag. Meneer Yildaz.
Hij vertelt dat zijn vrouw ‘de weeën hebt’, ‘Daarom belt
iek,’ voegt hij er voor de duidelijkheid aan toe. Via het stellen van enkele
vragen probeer ik uit te vinden hoe het ervoor staat, ook om eventuele föhntijd
of ontbijttijd te kunnen inschatten.
Wat ik van zijn relaas begrijp, maakt dat ik kies voor
snel drogen zonder model en vertrek zonder ontbijt. Intussen visualiseert mijn
brein de route. Ik weet de straat, maar door een opbreking kan je er maar van
één kan in, welke kant is gokken, wonen ze bij de laatste nummers of juist aan
het begin… Denk, denk, Evelien Janssen woont in de grote twee-onder-een-kap op
nummer drie herinner ik me, haar
kraambed is net afgesloten. De adressenlijst langs lopend, denk ik hardop: ‘Hmm,
Yildaz, 53, aha, dat moet dan aan het eind zijn, ja, linksom danmaar.’
Als ik de straat indraai rinkelt mijn telefoon opnieuw.
Yilmaz, hoever ik ben, Elif vraag naar me, zegt hij. ‘Want zij wil in
geboortehuis bevallen, mefrouw.’ Ik
roep: ‘Alleen nog parkeren!’ in de speaker, zet mijn auto pontificaal op de
stoep en zie de voordeur op een kier staan. Binnen schop ik mijn schoenen uit
en werp mijn sleutels erin. In de huiskamer tref ik oma. Met een traditionele
hoofddoek strak onder de kin geknoopt, drentelt ze zenuwachtig heen en weer. Ze
zegt: ‘Ziekenhuis!’ uitgesproken met een karakteristieke Turkse tongval. Ze herhaalt het een aantal
maal voor me, dat het maar duidelijk is: ‘Ssssziekenhuis, mefrouw.’ Ik knik
vriendelijk als om haar gerust te stellen en snel naar boven, eerst maar eens
kijken hoe het ervoor staat. Yilmaz is ook boven en wijst richting douche, daar
schijnt Elif zich te bevinden, het water stroomt zo te horen nog. Elif haar wee
is net voorbij en ze groet me vriendelijk, ze zit op een heel laag kruikje
onder een warme straal, ‘Het drukt zo.’ zegt ze bescheiden en verontschuldigend
volgt een: ‘Ik weet het ook niet.’ De volgende
wee komt op. ‘Euaaaaaaaagghh!’ En ik weet het direct. Persdrang!
‘Haal mijn oranje tas uit de auto Yil, mijn sleutels
liggen in mijn schoenen onderaan de trap!’ Blij dat ik van de simpele vaste
gewoontes heb. Yilmaz rent al, en oma komt handenwringend boven. De natte Elif sla ik een handdoek om. Ze
schuifelt naar haar bed en laat zich pardoes er bovenop vallen. Daar blijkt al
een kind te liggen. Hassan wordt slaperig wakker, zijn ‘Heeee. Watt doe je?’
klinkt aandoenlijk met ook een licht Turkse tongval. Yilmaz heeft mijn
verlostas, nu nog de kraamdoos. Oma probeert het nog eenmaal: ‘sssZzziekenhuis?’
maar ik verontschuldig me nu: ‘Eerst baby, kijk maar…’ en laat een
bolletje met donkere haartjes zien
tussen de benen van Elif. Op aanwijzingen van een heldere Elif wordt de
kraamdoos op zolder gevonden, zoontje mag beneden televisie gaan kijken en oma
ontpopt zich als een uiterst bekwame kraamhulp. ‘Zij ook thuis geboren,Turkije,’
zegt ze terwijl de trots op haar dochter
wijst. Ik roep enthousiast dat de baby er bijna is. ‘Gaat goed Elif, nog een
paar keer persen, echt waar. Kom op, zet
hem op!’
Elif zegt dat ze maar niet snapt waarom het nu zo snel
gaat, vorige keer was het zo’n langdradig drama…
Een nat koppie met zwarte lange haartjes verschijnt, de
bolle wangentjes, de schoudertjes, het lijfje, ik laat Elif haar kindje
aanpakken. ‘Splaaatsch!’ Vruchtwater spuit alle kanten op. Daar is de kleine
watermeloen, de derde generatie stralend thuis geboren.
@poldervroedvrou
Geen opmerkingen:
Een reactie posten